Dag 5 - 2D

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema: Vriendschap

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema: Vriendschap

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Diapositive

het onbegrip
  • het feit dat je iets niet kunt of niet wilt begrijpen ;
  • tegenstelling: het begrip
  • niet weten waarom iets gebeurt;
  • Zin: Er is veel onbegrip in de klas waarom er een hoop leerlingen niet zijn.

Slide 2 - Diapositive

ondanks
  • er gebeurt iets terwijl je dat niet had verwacht.
  • je laat iets gebeuren, expres, toch wel
  • zin: Ondanks hij moe was maakte de leerling zijn toets goed. 

Slide 3 - Diapositive

ontmoeten
  • iemand toevallig of nadat je een afspraak gemaakt hebt zien en spreken en tegenkomen;
  • werkwoord: ik ontmoet, hij ontmoet
  • Zin: Wij ontmoeten elkaar altijd in de stad.

Slide 4 - Diapositive

ontzettend
  • heel erg
  • zin: Jullie doen ontzettend goed je best op school. 
  • zin: Ik heb ontzettende leuke klasgenoten. 

Slide 5 - Diapositive

onvolledig
  • als er iets ontbreekt (weg is);
  • als er iemand ontbreekt;
  • tegenstelling = volledig 
  • zin: De puzzel is onvolledig. Er is een stukje weg.

Slide 6 - Diapositive

Waar wordt het woord:
ontmoeten
goed gebruikt?
A
Ik ben alleen naar het centrum gegaan en heb geen bekende mensen gezien.
B
Ik ben naar het centrum gegaan en heb alleen leuke kleding gekocht.
C
Ik ben naar het centrum gegaan en heb ik een cafe koffie gedronken.
D
Ik ben alleen naar het centrum gegaan en daar kwam ik mijn vrienden tegen.

Slide 7 - Quiz

Vul het woord in:
Ik reed 120 km op de snelweg .............. de borden met daarop 100 km.
A
juist
B
toch
C
ondanks
D
dankzij

Slide 8 - Quiz

Ondanks: betekent dat er iets gebeurde wat je niet had verwacht.
Maak een zin met het woord: ondanks

Slide 9 - Question ouverte


Hij vertelt niet alles aan ons.
A
alles wat hij noemt
B
niets van wat hij noemt
C
onvolledig verhaal
D
volledig verhaal

Slide 10 - Quiz

Vul de zin aan:
Als er iets ontbreekt dan........

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 12 - Diapositive

Ik kan het puzzelstukje nergens vinden, nu is de puzzel .........

Slide 13 - Question ouverte

Er is ......................... in de groep, niemand begrijpt wat er is gebeurd.

Slide 14 - Question ouverte

Ik ...... gisteren mijn beste vriend ...... in Amsterdam.

Slide 15 - Question ouverte

Zinnen maken

Maak een zin 
De woorden: 
volledig
het gips
beoordelen
het verslag
ontmoeten

Slide 16 - Diapositive