H8

H8 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
HistorySecundair onderwijs

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H8 

Slide 1 - Diapositive

Vrij verkeer van goederen
Het Romeinse Rijk als één grote economische markt

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Binnen welk maatschappelijk
domein hoort handel in het
Romeinse Rijk thuis?
A
Politiek
B
Sociaal
C
Economisch
D
Cultureel

Slide 4 - Quiz

Maak een correcte zin.
De Romeinen transporteerden goederen…
A
uitsluitend via wegen.
B
via wegen, zeeën en rivieren.
C
uitsluitend via zeeën en rivieren.

Slide 5 - Quiz

Stelling: Romeinse producten reisden ook naar gebieden buiten het Romeinse Rijk.
A
Juist
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor importeren is:
A
invoeren
B
uitvoeren

Slide 7 - Quiz

Sleep de inhoud naar de juiste amfoor.

Slide 8 - Question de remorquage

De basismunt van de Romeinen was de as. Hij was gemaakt uit:
A
goud
B
brons
C
zilver

Slide 9 - Quiz

Stelling: Met de as kon je enkel in Rome betalen.
A
Juist
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Stelling: Vóór de komst van de Romeinen deed men in onze streken aan ruilhandel.
A
Juist
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Stelling: In onze streken waren in de Romeinse tijd enkel lokale producten te koop.
A
Juist
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Stelling: Transport over de weg gebeurde in onze streken uitsluitend met paard en kar.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quiz

In het begin was Rome vooral een landbouwsamenleving.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Doordat de bevolking steeg had men meer voedsel nodig.
A
Juist
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Rome was vooral ...
A
producent
B
consument

Slide 16 - Quiz

De Romeinse munten werden vooral verspreid door ...
A
handelaars
B
slaven
C
de keizer
D
soldaten

Slide 17 - Quiz

Door de verspreiding van de Romeinse munten werd de Romeinse economie een ...
A
landbouweconomie
B
geldeconomie
C
uitbuitingseconomie
D
slaveneconomie

Slide 18 - Quiz

Een slaaf kon zijn vrijheid verkrijgen.
A
Juist
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Slaven hadden een hoge sociale status.
A
Juist
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Welke slaven waren duurder?
A
Jonge slaven
B
Oude slaven

Slide 21 - Quiz