Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Docent
Fenne
Limar
Anneke
Elin
Redmar
Xander
Tieme
Aaron
Shaniqua
Rixt
Sienna
Brent
Jorren
Aidan
Ella
Sofien
Dilara
Lizz
Storm
Gino
Amarins
Silke
Vic
Sabine
1GTa
Slide 1 - Diapositive
Docent
Wesley
Khaled
Rixt
Eline
Myrthe
Siepie
Ines
(Jessica)
Nina
Lara
Max
Noud
Pieter-Bas
Jorik
(Jessica)
Dieuverline
Marije
Rosie
Alperen
Robin
Stefan
Eelke
Dave
Rianne
Fraukje
Jerry
1GTb
Slide 2 - Diapositive
Thema 2 Organen en cellen
2.1 Organen van mensen
Slide 3 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
leerdoelen vandaag
Herhalen en oefenvragen
zelf aan de slag: Basisstof 1 afmaken
Afsluiten
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen Basisstof 1
Aan het einde van de les:
-> kan je organen benoemen in een torso
-> kan je organen benoemen in orgaanstelsels van mensen
Slide 6 - Diapositive
Welke organen ken je?
Slide 7 - Carte mentale
Slide 8 - Diapositive
2.1 Organen van mensen
In de afbeelding op de vorige bladzijde zie je twee keer een model van een mens.
Een model zonder armen en benen noem je een torso.
In een torso kan je de organen zien.
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
2.1 Organen van mensen
Vaak werken organen samen.
Voorbeeld: het bloedvatenstelsel. De organen van het bloedvatenstelsel zijn je hart en al je bloedvaten. Het bloedvatenstelsel vervoert bloed door je hele lichaam.
Slide 11 - Diapositive
2.1 Organen van mensen
Een groep organen die samenwerken aan een taak, heet een orgaanstelsel.
Drie orgaanstelsels zijn:
- het verteringsstelsel: om je eten te verteren
- het bloedvatenstelsel: dit vervoert bloed door je lichaam
- het ademhalingsstelsel: hiermee haal je adem
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Check en oefenen
Boeken dicht!
Slide 15 - Diapositive
nr. 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 16 - Quiz
nr. 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 17 - Quiz
Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen
Slide 18 - Quiz
Welk orgaanstelsel is dit?
A
spierstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 19 - Quiz
Welk orgaanstelsel is dit?
A
spierstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 20 - Quiz
Welk orgaanstelsels zie je hier?
A
Ademhalingstelsel
B
Voortplantingstelsel
C
Verteringstelsel
D
Beenderenstelsel
Slide 21 - Quiz
mond, slokdarm, lever, maag, dunne darm, dikke darm, anus
neusholte, mondholte, luchtpijp, long
bloedvaten, hart
nier, urineleider, blaas, urinebuis
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Vidéo
VRAGEN??
Slide 24 - Diapositive
Zelf aan de slag
2.1 Organen van mensen: lees de tekst en maak de opdrachten: