15-2 hh oog-hand c + bewegen + challenge

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je allemaal gedaan in de sneeuw en op het ijs?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent oog/hand coördinatie?
A
De ogen en de handen werken samen om een taak uit te voeren
B
Dat je ten alle tijden naar je hand blijft kijken als je iets uitvoert.
C
Jongleren
D
Vermogen om actie uit te voeren die zowel het zicht (oog) als de handen vereist.

Slide 4 - Quiz

Jongleren is het moeilijkst met...
A
voorwerpen van verschillende grootte
B
voorwerpen met verschillend gewicht
C
veel voorwerpen
D
alle bovenstaande antwoorden

Slide 5 - Quiz

Met welk voorwerp zou jongleren het makkelijkst zijn?
A
balletjes
B
kegels
C
ringen
D
doekjes

Slide 6 - Quiz

Met welk voorwerp zou jongleren het moeilijkst zijn?
A
balletjes
B
kegels
C
ringen
D
doekjes

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Moet je bij badminton onderhands serveren?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Wat maakt het spelen van badminton makkelijker?
A
Korter racket
B
Langer racket

Slide 10 - Quiz

Waarom wordt het makkelijker met een korter racket?
A
Omdat die lichter in gewicht is
B
Omdat het blad groter is en je hem beter kunt raken
C
Omdat het blad dichter bij je hand zit (oog-handcoordinatie)
D
Alle bovengenoemde

Slide 11 - Quiz

De spelregels van badminton zijn bijna hetzelfde als die van volleybal (als je het aantal mensen wat speelt niet mee telt).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Tot hoeveel punten speel je een officiële badminton wedstrijd?
A
10
B
11
C
20
D
21

Slide 13 - Quiz

Als er wordt gezegd, je moet winnen met twee punten verschil, wat bedoelen ze dan?
A
Dat als je twee punten voor staat je direct wint.
B
Dat als het gelijk staat voordat je de wedstrijd wint, je nog wel 2 punten verschil moet maken om te kunnen winnen.
C
Dat er altijd een 2 in de score moet zitten voor het verschil.
D
Wie het eerst bij de 20 is.

Slide 14 - Quiz

Waar denk je aan bij de sport Crossfit?

Slide 15 - Carte mentale

AFAP: As Fast As Possible
AMRAP : As Many Rounds As Possible

Slide 16 - Diapositive

Hoe 'crossfit' ben jij op dit moment?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

WOD?

Slide 18 - Diapositive

Hoe voel je je na deze WOD?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Hoeveel keer heb jij de work-out kunnen doen in 10 minuten?

Slide 20 - Question ouverte

Jullie zijn super bikkels!!

Slide 21 - Diapositive

Of knikkerbaan
Challenge

Slide 22 - Diapositive