Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte.
Week 2 27 november Oriëntatie op het thema
Week 3 4 december H 1 Planmatig werken
H 2 Formeel en informeel werkoverleg
Week 4 11 december H 3 Werkplan
H 4 Reflecteren en evaluaren
Week 5 18 december H 5 Rapporteren
09:30 - 10:40 uur Informatie
10:40 - 11:00 uur Pauze
11:00 - 12:00 uur Zelfstandig werken
(huiswerk)
Werkboek: Organisatie
van werkzaamheden
Thema 1: Werkzaamheden
voorbereiden, afstemmen
en evalueren
Voordat je begint -> 6 W-vragen:
1. Wat is het probleem?
2. Wie heeft het probleem?
3. Wanneer is het probleem ontstaan?
4. Waarom is het een probleem?
5. Waar doet het probleem zich voor?
6. Wat is de aanleiding?
Vast plan = stappenplan (stap 1:, stap 2:, stap 3:)
Werkzaamheden in een plan = werkplan
2 voorbeelden werkplan
START:
Niet te snel of te laat opnemen
3 x over laten gaan.
1. gestructureerd = volgens overzichtelijke stappen.
2. doelgericht = gefocust op het doel.
3. procesmatig = volgens een opeenvolgende reeks.
4. bewust = je weet wat je doet.
- in je dagelijks leven.
- zonder dat je het door hebt.
- koffie zetten...
- Voorbereiden = stappenplan maken
- Uitvoeren = het doen
- Reflecteren/evalueren = erop terug kijken
Wat zou het meeste tijd kosten?
4 stappen:
Stap 1 = informatie (wensen doelgroep?)
Stap 2 = taak (wie doet wat?)
Stap 3 = doel (waar naar toe?)
Stap 4 = plan (stap 1, stap 2)
- onderwerp
- doel
- algemene opmerkingen
- benodigdheden
- voorbereiding
- werkwijze
- verslag = rapportage
= een document met een verzameling van stappen die je moet volgen om een taak uit te voeren.
-> vaste volgorde
Opdracht 5 op blz. 21
3 profielen:
1 = facilitaire dienstverlening
2 = zorg en welzijn
3 = sport en recreatie
Hier horen taken bij!!
Opdracht 7 op blz. 25
Overleg over het werk:
- tussen medewerkers onderling
- tussen leidinggevende en medewerkers
* formeel = gepland, volgens vaste regels, regelmatig (vergadering)
* informeel = komt toevallig ter sprake
1 = voorzitter -> agenda maken, leiden,
2 = notulist -> notuleren = opschrijven wat er gezegd wordt.
* notulen = het geschreven document
3= deelnemer -> luisteren, mening
geven, uitleg vragen en meedenken
lijst met onderwerpen voor het werkoverleg.
- vaste agendapunten (staan er altijd op)
- variabele agendapunten (elke keer anders)
Bekijk de agenda
- rondvraag
- variabele agendepunten
- opening
- notulen
- afsluiting
- mededelingen
Blz. 31 opdracht 9 -> zet de onderdelen in de goede volgorde.
H 1 en H 2:
Blz. 13 t/m 34
Opdrachten: 1 t/m 11