3 basis - grammar 3 - Toekomende tijd (will + going to)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Grammatica

Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid.

pagina  15 tekstboek.

Stone 2

• I am going to see a comedy show tomorrow.
• We are going to the fun fair on Sunday.
  
  
• He will buy four tickets for Friday's show.
• We will bring our own snacks. 

Will + hele werkwoord (ww)

- iets aanbieden

- iets beloven

- iets aankondigen

- voorspelling zonder bewijs

Am/are/is + going to +  ww

- iemand is iets in de toekomst van plan.

- voorspelling MET bewijs

- NL: gaan (wij gaan op reis)

Today we ... them to come to our party. (ask)

Today we will ask them to come to our party.

The bus to school ... at half past seven. (arrive)

The bus to school is going to arrive at half past seven.

My team ... the competition.

My team will win the competition.

William ... to school today.

1. will go
2. is go
3. am going
4. will going

I ... a T-shirt tonight.

1. will not wear
2. won't wear
3. wear not
4. 'm not going to wear

I ... a basketball match.

1. will watch
2. watch
3. 'm going to watch
4. am watch

We ... any snacks in town this afternoon.

1. do not buy
2. are not going to buy
3. can't buy
4. are to buy

Will + hele werkwoord (ww)

- iets aanbieden

- iets beloven

- iets aankondigen

- voorspelling zonder bewijs

Am/are/is + going to +  ww

- iemand is iets in de toekomst van plan.

- voorspelling MET bewijs

- NL: gaan (wij gaan op reis)

I ...... my holidays in France next summer. (spend)

My dad ...... all the way to Berlin tomorrow. (drive)

Our team ... the match. (win - not)

Next month our dog ...... puppies. (have)

Will + hele werkwoord (ww)

- iets aanbieden

- iets beloven

- iets aankondigen

- voorspelling zonder bewijs

Am/are/is + going to +  ww

- iemand is iets in de toekomst van plan.

- voorspelling MET bewijs

- NL: gaan (wij gaan op reis)