Grammar 9: lidwoorden

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Grammar 9: lidwoorden

Theme 3
Stepping Stones

I am wearing _____ blue skirt.

1. a
2. an

Wat denk je vandaag te gaan leren?

a / an

betekenis: een

an > gebruik je als het zelfstandig naamwoord in de uitspraak met een klinker begint (o,a,i,e,u).

Voor alle andere zelfstandige naamwoorden gebruik je a.

Examples

I have got a brother.

He has a red car.

I have an idea. 

Let op!

Sommige woorden beginnen op papier met een klinker, maar in de uitspraak met een medeklinker. Dan gebruik je gewoon a.

a uniform > een uniform > uitspraak: juniform.

an hour > een uur > uitspraak: our. 
a one-day trip > een één daagse reis > uitspraak: a wone day trip.

the

betekenis: de, het

Gebruik je als naar iets specifieks wilt verwijzen. 

Als je 'the' voor een woord zet dat in de uitspraak met een klinker begint, spreek je de -e uit als een -i. 
thi

the

Can you please give me the milk? (the)

I was at the accident.  (thi)

a

an

hour

book

x-ray

sister

Oefenen

Deze grammar uitleg heb je nodig voor:
km1: exercise 26,27,28 van theme 3
mh1: exercise 25,26 van theme 3