Thema B

Hallo!
Deze les:

- Uitleg: Thema B: Landbouw
- Maken: opdrachten bij Thema B
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hallo!
Deze les:

- Uitleg: Thema B: Landbouw
- Maken: opdrachten bij Thema B

Slide 1 - Diapositive

Wat leren we?
- Welke soorten landbouw er zijn

- Hoe landbouw zich heeft ontwikkelt tussen vroeger en nu

- Waarom er steeds minder kleine boerderijen zijn

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan
bij 'landbouw'?

Slide 3 - Carte mentale

4 soorten
1: Akkerbouw. Verbouwen van gewassen zoals graan of maïs
2: Veeteelt. Houden van dieren voor vlees, melk, eieren etc.
3: Tuinbouw. Verbouwen van fruit, bloemen etc. Vaak in kassen, minder oppervlakte dan akkerbouw.
4: Bosbouw. Groeien van bomen speciaal voor het hout

Slide 4 - Diapositive

Welke soort landbouw zie je hier?
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Tuinbouw
D
Bosbouw

Slide 5 - Quiz

En hier?
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Tuinbouw
D
Bosbouw

Slide 6 - Quiz

In armere landen doen mensen vaak aan meerdere soorten landbouw tegelijk.

Bv. akkerbouw én veeteelt.
Dat is een gemengd bedrijf.

Slide 7 - Diapositive

Maar in Nederland hebben bijna alle boeren een specialisatie: ze focussen op één soort.
Als je dan ook nog één enkel product verbouwt, heet het monocultuur.
Hier wordt maar één gewas verbouwd.

Slide 8 - Diapositive

Hoe komt dat?
Waarom gaan rijke landen van gemengd naar specialisatie?

1. De lonen zijn hier hoog, dus boeren gebruiken liever machines dan mensen. Dat heet mechanisatie.
2. Omdat we veel kennis en geld hebben, kunnen we veel produceren op één stuk land. Dat heet intensivering.

Slide 9 - Diapositive

In welk land is meer intensivering in de landbouw: Duitsland of Indonesië?
A
Duitsland
B
Indonesië

Slide 10 - Quiz

Nu aan de slag
Maak: Thema B, opdracht 1 t/m 4.

Snel klaar? Gebruik de rest van deze LessonUp & je basisboek om de rest van de opdrachten te maken.

Slide 11 - Diapositive

Boerenbedrijven in Nederland doen aan specialisatie. Ze gebruiken ook veel machines (mechanisatie) en dingen zoals kunstmest.

Dat is duur om te doen voor kleine boeren. Daarom worden boerderijen in Nederland steeds groter: dat heet schaalvergroting.

Slide 12 - Diapositive

Als we uit een stuk land een heel hoge opbrengst halen, noemen we dat intensief.

Zo is er intensieve akkerbouw, waar je veel kapitaal (geld) nodig hebt.

Slide 13 - Diapositive

En intensieve veeteelt, waar veel dieren op een klein oppervlak wonen.

Dit noemen we ook wel bio-industrie, omdat er van dieren een industrie wordt gemaakt.

Slide 14 - Diapositive

Je kan ook weinig dieren op een groot stuk land houden. Dat gebeurt in droge gebieden zoals Australië.

Dat heet extensieve veeteelt.

Slide 15 - Diapositive

Welke manier van veeteelt levert de meeste opbrengst?
A
Intensieve
B
Extensieve

Slide 16 - Quiz

Bij welke manier van veeteelt heb je het minste kapitaal nodig?
A
Intensieve
B
Extensieve

Slide 17 - Quiz