HH ww-spelling + Spel. p. 3

Lees in je leesboek. 
timer
10:00
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lees in je leesboek. 
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Hoe schrijven we het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?

Slide 2 - Question ouverte

De dokter vroeg of de (breken) knie zeer deed.

Slide 3 - Question ouverte

Mijn zusje heeft soep gemorst op de (verven) muur.

Slide 4 - Question ouverte

Onvoltooid deelwoord

Slide 5 - Carte mentale

Planning
Lezen (10)
Openen (10)
Huiswerk (10)
Aan de slag! (25)
Spelling p. 3 meervouden (10)


Slide 6 - Diapositive

Pak je huiswerk erbij!
Welke zinnen vond jij lastig?

Slide 7 - Diapositive

Spelling p. 3
Wat? Lezen theorie+opdracht 2 t/m 5 maken
Hoe? Gebruik je lesboek en schrift.
Tijd? 25 minuten.
Hulp? 10 min alleen, dan samen
Klaar? Nakijken opdrachten, zie Drive!
Klaar? P. 4 Spelling maken! 

Slide 8 - Diapositive

Meervoud
In de Nederlandse taal maken we zelfstandig naamwoorden meervoud met -EN en -S. Veel van deze woorden kennen jullie en weten jullie hoe je ze moet schrijven, maar er zijn ook uitzonderingen!

Voorbeelden:
katten, dieven, zonnen, bewijzen, garages, tantes 

Slide 9 - Diapositive

Meervouden op -EN
De uitzonderingen:
  • Woorden die eindigen op -ee krijgen er altijd -ën bij! Zoals, sleeën, tweeën, ideeën.
  • Woorden die eindigen op -ie krijgen er -n of -ën bij! Zoals, bacteriën, industrieën, poriën.

Maar wanneer een -n of -ën?

Slide 10 - Diapositive

Meervouden op -EN
Als de klemtoon op de laatste lettergreep valt, die -ie dus, komt er -ën bij!
meloDIE --> melodieën 
indusTRIE --> industrieën

Als de klemtoon NIET op de laatste lettergreep valt, komt er -n bij!
POrie --> poriën
bacTErie --> bacteriën


Slide 11 - Diapositive

TIP
Vind je het bepalen van de klemtoon lastig?

Doe dan dit!
Spreek woord (enkelvoud) uit alsof je tegen je hond praat!



Let op! Dit is een hulpmiddel, het werkt niet altijd.

Slide 12 - Diapositive

Uitzonderingen meervoud -s
Na: -i, -o, -u, -a en -y is het meervoud 's (met apostrof!)
Ik hOU vAn Ys!

de opa - de opa's
De taxi - de taxi's
de auto - de auto's
de paraplu - paraplu's
de baby - de baby's

Slide 13 - Diapositive

MSpelling H4: meervoud -s
Maar!
Bij bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen een klank vormen, schrijf je de -s er gewoon achter! (Want geen spraakprobleem)

niveaus, etuis, gameboys, cadeaus, displays

maar wel: cavia's
Waarom?

Slide 14 - Diapositive

Meervoud -s
Bij de meervoud van afkortingen schrijf je ook 'S (apostrof!)

dvd's
WK's
vwo's
apk's (autokeuring)

Slide 15 - Diapositive

Wat is de meervoudsvorm van:

pinda
A
pindas
B
pinda's

Slide 16 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van:

café
A
cafés
B
café's

Slide 17 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van:

ski
A
skis
B
ski's
C
skiën
D
skieën

Slide 18 - Quiz