Veiligheidsbril, lab-jas, plastic handschoenen etc.
Etiket
Lees het etiket => informatie over gevaar
Bekijk de pictogrammen => Binas 31 + 39
Lees de veiligheidskaart:
Belangrijkste eigenschappen van de stof + hoe je moet handelen
P-zinnen (Precaution) en H-zinnen (Hazard)
gifwijzer
Slide 4 - Diapositive
Stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase (bij kamertemp.)
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water/olie
Dichtheid
Geen stofeigenschappen:
Temperatuur
Vorm
Massa
Volume
Slide 5 - Diapositive
Corrosie
Wat is corrosie?
Aantasting van metalen door water en zuurstof
Beschermen tegen corrosie?
met een laagje tin of kunststof
Verzinken (galvaniseren)
Verf
Welke edelmetalen heb je
Zilver, Goud en Platina
Slide 6 - Diapositive
Verspanen en verbinden
Wat is verspanen:
stukjes weghalen van het materiaal
boren, frezen, beitelen, schaven
3 voorbeelden van verbinden
met schroeven
met spijkers
Lijmen
Slide 7 - Diapositive
Formule dichtheid
De dichtheid is de hoeveel massa van dat materiaal in een bepaald volume.
Dichtheid = Massa : Volume
ρ = dichtheid [ g/cm3 ]
m = massa [ g ]
V = volume [ cm3 ]
Slide 8 - Diapositive
Dichtheid berekenen met formule:
Gegevens:
m = 324 g ; V = 120 cm3
Gevraagd:
ρ = ? g/cm3
Formule:
ρ = m : V
Uitwerking/antwoord:
ρ = 324 : 120 = 2,7 g/cm3
Welke stof?
aluminium/graniet (Binas 15)
Een blokje metaal heeft een massa van 324 g.
Het volume van het blokje is 120 cm3.
1: Bereken de dichtheid van metaal.
2: bepaal welk materiaal het is?
Slide 9 - Diapositive
Vraag :
Een stof heeft een dichtheid van 11,3 g/cm3 en een massa van 800 gram.
Wat is het volume van deze stof?
G: m = 800 g ; ρ = 0,84 g/cm3G: V = ? cm3
F: V = m : ρ
U: V = 800 : 0,84 = 952
A: V = 952 cm3
Slide 10 - Diapositive
zinken, zweven of drijven
Slide 11 - Diapositive
Deeltjesmodel
Moleculen van een stof veranderen niet
Moleculen van een stof bewegen voortdurend.
Moleculen van een stof trekken elkaar aan.
Slide 12 - Diapositive
Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> aantal Celsius - 273
Celsius --> aantal Kelvin + 273
Slide 13 - Diapositive
Fasen en fase-overgangen
a) vast
i) vloeibaar
h) gas
b) rijpen
c) sublimeren
d) stollen
e) smelten
f) condenseren
g) verdampen
Slide 14 - Diapositive
Kookpunt of kooktraject
Slide 15 - Diapositive
Afval scheiden!!!
Papier
Glas
Metalen
Groen Fruit Tuin afval (GFT)
Elektrische apparaten
plastic (PMD)
textiel
klein chemisch afval (KCA)
rest afval
Slide 16 - Diapositive
hergebruik of recycling!
Bij recyclen wordt de fles gesmolten en en weer nieuw glas van gemaakt
Statiegeldflessen kun je hergebruiken door opnieuw de fles te vullen
Slide 17 - Diapositive
1) Wanneer je een stof gaat scheiden, veranderen de moleculen.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
2) Glycerol heeft een smeltpunt van 18 graden Celsius en een kookpunt van 290 graden Celsius. In welke fase bevindt Glycerol zich bij kamertemperatuur?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gasvormig
Slide 19 - Quiz
3) Wat is het kookpunt en het smeltpunt in °C?
A
130°C en -222°C
B
78°C en -114°C
C
-222°C en 130°C
D
-114°C en 78°C
Slide 20 - Quiz
4) Wat gebeurt er met de temperatuur van een vloeistof als hij smelt?
A
De temperatuur daalt tijdens het smelten
B
De temperatuur stijgt tijdens het smelten
C
De temperatuur blijft gelijk tijdens het smelten
Slide 21 - Quiz
5) Piet bevindt zich boven op een berg en gaat aardappelen koken. Hier is de luchtdruk lager dan in het dal. Is hierdoor het kookpunt hoger of lager en zijn de aardappelen dan eerder of juist later klaar?
A
Het kookpunt wordt hoger => aardappelen eerder klaar
B
Het kookpunt wordt lager
=> aardappelen eerder klaar
C
Het kookpunt wordt hoger => aardappelen later klaar
D
Het kookpunt wordt lager
=> aardappelen later klaar
Slide 22 - Quiz
6) Kunnen edelmetalen roesten en/of oxideren?
A
Nee
B
Alleen roesten
C
Alleen oxideren
D
Beide
Slide 23 - Quiz
7) Als de dichtheid van een stof groter is dan de dichtheid van water, dan ...
A
zinkt de stof
B
drijft de stof
C
zweeft de stof
D
lost de stof op
Slide 24 - Quiz
8) Wat is de dichtheid van het blokje?
A
0,004 g/cm3
B
0,25 g/cm3
C
4,0 g/cm3
D
250 g/ cm3
Slide 25 - Quiz
9) Jorike vraagt de verkoper met welk schoonmaakmiddel ze de metalen spoelbak moet schoonmaken. Volgens de verkoper mag het middel niet corrosief zijn. Welk van de volgende pictogrammen geeft aan dat een stof corrosief is?
A
B
C
D
Slide 26 - Quiz
10) Op een fles alcohol staat een picogram dat waarschuwt dat deze licht ontvlambaar is. Welk pictogram staat op de fles.
A
B
C
D
Slide 27 - Quiz
11) Wat voor soort afval is dit?
A
GFT
B
PMD
C
KCA
D
Restafval
Slide 28 - Quiz
12) Glas van de glasbak wordt ingezameld, vermalen en daarna verwerkt tot nieuwe flessen