V2A vendredi, le 12 février 2021

C'est l'hiver. Il a neigé!

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

C'est l'hiver. Il a neigé!

Slide 1 - Diapositive

Le patinage - Je fais du patinage
Le patinoir

Slide 2 - Diapositive

Qu'est-ce que c'est?
A
l'eau
B
la glace
C
la neige
D
la pluie

Slide 3 - Quiz

Tu aimes faire du patinage?
A
Oui, beaucoup!
B
Oui, ça va...
C
Non, pas trop
D
Non, pas du tout!

Slide 4 - Quiz

Les buts pour aujourd'hui:
Aan het einde van deze les:
- Weet wat je wat goed ging/beter kon op de online toets
-Weet je wat het thema van het nieuwe hoofdstuk is 
- Weet je waar la Martinique ligt en weet je meer over dit eiland


Slide 5 - Diapositive

Wat vond je van de online toets?
Wat ging goed/Wat kon beter/Wat vond je lastig?

Slide 6 - Question ouverte

+ Iedereen was ruim binnen de tijd klaar 
+ Hoog gemiddelde, nauwelijks onvoldoendes
+ Vocabulaire (woordbetekenissen bij elkaar zoeken)
+ Antwoord geven op Franse vragen met een hele Franse zin 
+ Franse zinnen afmaken 
+ Werkwoorden in de verleden tijd zetten (imparfait)
+ Lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord
-  De werkwoorden op -ir in de voltooide tijd zetten (passé composé) <---!!!
-  Het lijdend voorwerp op de juiste plek in de zin zetten <---- !!!
-  Leesvaardigheid <---- !!!

Slide 7 - Diapositive

Les élèves (choisir, passé composé) le meilleur prof du lycée.
A
choisi
B
ont choisi
C
choisissent
D
a choisi

Slide 8 - Quiz

Ma mère (réfléchir, passé composé) longtemps sur cette question.
A
réfléchit
B
est réfléchi
C
a réfléchi
D
réfléchi

Slide 9 - Quiz

Vervang het lijdend vw. door een pers. vmw. en zet het op de juiste plek in de zin.

J'écoute ses chansons sur mon IPhone.
A
J'écoute les
B
Je l'écoute
C
J'écoute le
D
Je les écoute

Slide 10 - Quiz

Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en zet het op de juiste plek in de zin. Schrijf de nieuwe zin helemaal op.

Vous avez vu l'actrice dans un magasin?
A
Vous l'avez vu?
B
Vous avez vu la?
C
Vous la avez vu?
D
Vous avez la vu?

Slide 11 - Quiz

Vervang het lijdend vw door een persoonlijk vnw en zet het op de juiste plek in de zin.

Noémie va regarder son émission préférée.
A
Noémie le va regarder
B
Noémie la va regarder
C
Noémie va la regarder
D
Noémie va le regarder

Slide 12 - Quiz

Le film «Amélie Poulain» a eu un succès incroyable. Qu’est-ce que cela a changé pour vous?
 >> Absolument tout. J’étais dans tous les magazines et tout le monde me regardait dans la rue et me reconnaissait. Je détestais cela. C’était une période très, très difficile à vivre.  
Wat is waar over Audrey Tautou?
A
Ze vond het grappig dat ze in alle tijdschriften stond
B
Ze vond het leuk dat iedereen haar op straat herkende
C
Ze vond al die aandacht verschrikkelijk

Slide 13 - Quiz

Bekijk je resultaat op Kwizl.eu (inloggen met office 365) 
Heb je nog vragen > stel ze in de volgende les aan of in een PB!!!
Un nouveau chapitre! 
Chapitre 5, deel B (!!!): Amitiés de Martinique. Wat is het thema?
Wat weet je van la Martinique? (exercice 1)

Slide 14 - Diapositive

Que veut dire "Amitiés de Martinique"?
A
Liefs van Martinique
B
Vrienden van Martinique
C
Vriendinnen van Martinique
D
Verliefd op Martinique

Slide 15 - Quiz

Le thème du chapitre 5 est l'amitié et l'amour: qu'est-ce que c'est?
A
vrienden en vriendinnen
B
vriendschap en liefde
C
bevriend en verliefd
D
vrienden en vijanden

Slide 16 - Quiz


“Martinique is het beste, het meest vruchtbare, het zachtst, het charmantst… het mooiste dat ik ooit heb gezien”.  
Christopher COLUMBUS (1502). 

Slide 17 - Diapositive

                                      Le monde francophone

Slide 18 - Diapositive

Où est-ce que la Martinique se situe?
A
Dans le Sud de la France
B
Dans le Nord-Ouest de la France.
C
Dans les Caraïbes
D
En Afrique du Nord

Slide 19 - Quiz

Sur quelles îles en Amérique du Sud est-ce qu'on parle aussi le français?
A
Haïti et Saint-Maarten
B
Aruba et Bonaire
C
Curaçao et Guadeloupe
D
Saba et Saint-Barthélemy

Slide 20 - Quiz

Nommez trois pays francophones:

Slide 21 - Question ouverte

La Martinique fait partie de quel pays?
A
du Surinam
B
de l'Angleterre
C
de la France
D
de l'Australie

Slide 22 - Quiz

Comment s'appelle la capitale de la Martinique?
A
Guadeloupe
B
Zouk
C
Créole
D
Fort-de-France

Slide 23 - Quiz

Quelles langues parle-t-on en Martinique?
A
le français et l'anglais
B
le français et l'antillais
C
le français et le créole martiniquais
D
le français et le zouk

Slide 24 - Quiz

> Tu es en vacances en Martinique.
Moet je geld wisselen om te kunnen betalen?
A
Ja, je betaalt er met Amerikaanse dollars
B
Nee, je kunt er gewoon betalen met de Euro
C
Ja, je betaalt er met de Engelse pond

Slide 25 - Quiz

Tu es sur une terrasse. Tu veux boire un coca, tu dis:
A
Un coca s'il vous plait
B
A coke please
C
Eine Cola bitte
D
Una Coca-Cola por favor

Slide 26 - Quiz

Les devoirs pour mardi:
- Faire exercices 2, 3, 4 et (*5)
- Lire et écouter source A p. 62 livre de textes
- Regarder le test sur Kwizl.eu

Slide 27 - Diapositive

                     Il y a des questions???

Slide 28 - Diapositive