Klas 1 - formuleren: verwijswoorden

WELKOM

Gelukkig nieuw jaar!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM

Gelukkig nieuw jaar!

Slide 1 - Diapositive

10 min.
lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

VANDAAG
  • Wat weet je nog?
  • Schrijfopdrachtje
  • Verwijswoorden (blz. 234) 
  • Voornaamwoorden (blz. 236)

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog?
Schrijf op:
  1. een zelfstandig naamwoord (zn)
  2. een bijwoord (bw)
  3. een persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw.)
  4. een andere woordsoort waar we het over hebben gehad

timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Schrijfopdracht
Schrijf een brief aan Mark Rutte, waarin je uitlegt waarom de kerstvakantie langer dan twee weken moet duren. 

De brief heeft: 
  • minstens acht zinnen
  • een opening (Geachte/Beste meneer Rutte...)
  • een afsluiting (Met vriendelijke groeten...)


timer
7:00

Slide 5 - Diapositive

Verwijswoorden 
de-woorden:
mannelijk / vrouwelijk


het-woorden:
onzijdig 

Slide 6 - Diapositive

De-woorden 
Je verwijst naar de-woorden met deze / die

Voorbeeld: de hond

De hond van mijn tante die heeft grote oren.
Deze hond van mijn tante heeft grote oren.

Slide 7 - Diapositive

Het-woorden
Je verwijst naar het-woorden met dit / dat

Voorbeeld: het schilderij

Ik heb het schilderij dat beklad is in het museum gezien.
Dit bekladde schilderij heb ik in het museum gezien.

Slide 8 - Diapositive

Wat moet er op de lege plek staan?

Kies uit: die / deze / dit / dat

1. Het scherm is kapot gegaan toen de telefoon op de grond viel. Kun je ... nog repareren? 
2. Honden zijn trouwe dieren. En ... laten je niet zomaar in de steek. 

Slide 9 - Diapositive

Markeer in je brief alle verwijswoorden.
die / deze / dit / dat
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Wissel je brief uit met degene naast je.
Diegene controleert of jij de juiste verwijswoorden hebt gebruikt.
timer
2:00

Slide 11 - Diapositive

Maken
Verwijswoorden (blz. 234): opdracht 1 t/m 4


Klaar? Nakijken en verder met
voornaamwoorden (blz. 236): opdracht 1 t/m 5

Slide 12 - Diapositive

Wat moet er op de lege plek staan?

Kies uit: die / deze / dit / dat

Het meisje ... naast mij zit, lijkt erg verlegen. 

Slide 13 - Diapositive