Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
WG, ZWW en HWW
Gezegde
Altijd één zinsdeel, ook als ze niet naast elkaar in de zin staan.
Mette heeft gisteren een blauwe rok gepast
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Gezegde
Altijd één zinsdeel, ook als ze niet naast elkaar in de zin staan.
Mette heeft gisteren een blauwe rok gepast
Slide 1 - Diapositive
Gezegde
Alle werkwoorden in de zin
Ik
ga
op mijn fiets naar school
gez = ga
!
De persoonsvorm is ook een werkwoord, die hoort altijd bij het gezegde!
Slide 2 - Diapositive
Gezegde
Bijzonder zinsdeel
Bestaat soms uit twee delen.
Slide 3 - Diapositive
Gezegde
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen
Je kent de zinsdelen: pv en ow.
Je leert het zinsdeel het werkwoordelijk gezegde.
Slide 5 - Diapositive
Zinnen
Slide 6 - Diapositive
Zinnen
Zinnen bestaan uit zinsdelen.
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
Slide 7 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin
Ik ga op mijn fiets naar school
!
De persoonsvorm is ook een werkwoord, die hoort altijd bij het gezegde!
Slide 8 - Diapositive
Werkwoordelijk Gezegde
Altijd één zinsdeel, ook als ze niet naast elkaar in de zin staan.
Mette
heeft
gisteren een blauwe rok
gepast
gez = heeft gepast
Slide 9 - Diapositive
Gezegde
Vertelt wat er in de zin gebeurt, of wat het onderwerp doet.
Slide 10 - Diapositive
Mike wil deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.
pv =
ow =
gez =
Slide 11 - Diapositive
Mike wil deze zomer zijn nieuwe supboard gaan proberen.
pv= ......, ow= ........, wg= .........
Slide 12 - Question ouverte
Het discofeest loopt een beetje uit.
pv= ........., ow= ............., wg= ..............
Slide 13 - Question ouverte
Mike
wil
deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.
pv = wil
ow =
gez =
Slide 14 - Diapositive
Mike
wil deze winter zijn nieuwe snowboard gaan proberen.
pv = wil
ow = Mike
gez =
Slide 15 - Diapositive
Mike
wil
deze winter zijn nieuwe snowboard
gaan proberen
.
pv = wil
ow = Mike
gez = wil gaan proberen
Slide 16 - Diapositive
Het discofeest loopt een beetje uit.
pv =
ow =
gez =
Slide 17 - Diapositive
Het discofeest
loopt
een beetje uit.
pv = loopt
ow =
gez =
Slide 18 - Diapositive
Het discofeest
loopt een beetje uit.
pv = loopt
ow = Het discofeest
gez =
Slide 19 - Diapositive
Het discofeest
loopt
een beetje
uit
.
pv = loopt
ow = Het discofeest
gez = loopt uit
Slide 20 - Diapositive
Zinsdelen
Zinnen bestaan uit zinsdelen.
Persoonsvorm en onderwerp ken je al.
Het gezegde is ook een zinsdeel.
Slide 21 - Diapositive
Zinsdelen
Gezegde:
Het zijn alle werkwoorden in een zin
Zegt iets over wat er in de zin gebeurt
Is altijd één zinsdeel, ook als de werkwoorden niet naast elkaar staan
Slide 22 - Diapositive
Aan de slag
Cursus 5 Grammatica
TH: §6 Werkwoordelijk gezegde
HA: §5 Werkwoordelijk gezegde
Slide 23 - Diapositive
Woordsoorten
Alle losse woorden horen bij een woordsoort.
Slide 24 - Diapositive
Woordsoorten
De werkwoorden horen bij de woordsoort:
zelfstandig werkwoord (zww)
of
hulpwerkwoord (hww)
Slide 25 - Diapositive
Zelfstandig werkwoord (zww)
1. Dit werkwoord geeft aan wat het onderwerp
doet
.
2. Als er 1 werkwoord in de zin staat, dan is dit het
zww
.
3. Als er meer werkwoorden in de zin staan, staat het
zww
achteraan.
Slide 26 - Diapositive
Hulpwerkwoord (hww)
1. Helpt mee het werkwoordelijk gezegde te vormen.
2. Staat dus nooit alleen in de zin.
3. Je kunt deze weglaten, zodat alleen het zww overblijft in de zin.
Slide 27 - Diapositive
Welk werkwoord kan een zww in een zin zijn?
A
is
B
tekenen
C
worden
D
hebben
Slide 28 - Quiz
Mike wil deze zomer zijn nieuwe supboard gaan proberen.
Wat is het zww?
A
wil
B
gaan
C
proberen
Slide 29 - Quiz
Het discofeest loopt een beetje uit.
Wat voor een ww is loopt ... uit?
A
zww
B
hww
Slide 30 - Quiz
Mike wil deze zomer zijn nieuwe supboard gaan proberen.
Wat is/zijn de hww?
A
wil en proberen
B
wil en gaan
C
gaan
D
wil
Slide 31 - Quiz
Aan de slag
Cursus 5 Grammatica
TH: §6 Werkwoordelijk gezegde
HA: §5 Werkwoordelijk gezegde
§6 Zelfstandig werkwoord
en hulpwerkwoord
Slide 32 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica - Gezegde
Février 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Grammatica - Gezegde
Janvier 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Grammatica - Gezegde
Août 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Zinsleer - herhaling
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Fase 2: Het gezegde
Janvier 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
Septembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs