rekenen met letters - door elkaar

Welkom!
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

wortel van 144 =
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 2 - Quiz

wortel van 169 =
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 3 - Quiz

wortel van 196 =
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 4 - Quiz

11 in het kwadraat =
A
111
B
121
C
131
D
141

Slide 5 - Quiz

8 in het kwadraat =
A
4
B
16
C
32
D
64

Slide 6 - Quiz

Doel van deze les:
Aan het einde van deze les kan je de rekenvolgorde gebruiken bij het rekenen met letters.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Herhalen keer sommen met letters
Let op: moet je bij een antwoord een letter in het kwadraat typen, doe dit als volgt: 
voor a2 schrijf je: a2. 

Slide 9 - Diapositive

-7a · -7b =

Slide 10 - Question ouverte

-7 · 2b

Slide 11 - Question ouverte

-2a · -a

Slide 12 - Question ouverte

-4ac · 2b

Slide 13 - Question ouverte

-4ab · -7cd

Slide 14 - Question ouverte

3x · -7x

Slide 15 - Question ouverte

Herhalen plus/min sommen met letters
Als het niet korter kan, geef dan als antwoord:    k.n. 

Slide 16 - Diapositive

7ab - 5ab

Slide 17 - Question ouverte

7a - 4b

Slide 18 - Question ouverte

9ac + ac

Slide 19 - Question ouverte

9a - 10a

Slide 20 - Question ouverte

23x - 7y

Slide 21 - Question ouverte

-7b + 2b

Slide 22 - Question ouverte

7p - 4p + 2p

Slide 23 - Question ouverte

Door elkaar! 
Let goed op: is het · , + of - . 
Zet k.n. als het niet korter kan.

Slide 24 - Diapositive

-12ac + ac

Slide 25 - Question ouverte

6a · 7a

Slide 26 - Question ouverte

p + p

Slide 27 - Question ouverte

6a - 7a

Slide 28 - Question ouverte

p + 3

Slide 29 - Question ouverte

Rekenvolgorde
Let op, vermenigvuldigen gaat voor + en -.
Schrijf tussenstappen in je schrift. 

Slide 30 - Diapositive

-2 · -8a + 7a · 2

Slide 31 - Question ouverte

9a · -2b + b · 7a

Slide 32 - Question ouverte

9b · 7c - 4a · 3b

Slide 33 - Question ouverte

Je weet: 8a = 3a + 5a. 
Je weet: 8b = 4 · 2b.
vul bij de volgende vragen het juiste antwoord in.

Slide 34 - Diapositive

7a = 2a + ...
A
5a
B
9a
C
-5a
D
5

Slide 35 - Quiz

5x = x + ...
A
5x
B
4x
C
x
D
4

Slide 36 - Quiz


12a2=3a...
A
4
B
4a
C
11a
D
11

Slide 37 - Quiz


16xy=4x...
A
4
B
4x
C
4y
D
y

Slide 38 - Quiz

Het lettertekenen gaat...
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Sondage