Tekstverbanden

Doel van dit onderdeel:

Ik kan tekstverbanden en signaalwoorden herkennen


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Doel van dit onderdeel:

Ik kan tekstverbanden en signaalwoorden herkennen


Slide 1 - Diapositive

Tekstverbanden al gehad:
Opsomming, tegenstelling, voorbeeld, oorzaak-gevolg

Slide 2 - Diapositive

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden 
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 3 - Diapositive

Tekstverbanden
Om woorden, zinnen en alinea’s met elkaar te verbinden maak je gebruik van tekstverbanden. Verschillende soorten tekstverbanden zijn:
Opsomming
Tegenstelling
Tijdsvolgorde (chronologisch)
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Conclusie
Doel – middel
Voorwaarde

Tekstverbanden
Opsomming - volgorde (tijd)
Tegenstelling 
Oorzaak-gevolg
Voorbeeld


Slide 4 - Diapositive

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 5 - Diapositive

Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens

Slide 7 - Quiz

Tegenstelling
Maar, toch, daarentegen, hoewel

Slide 8 - Diapositive

Welk signaalwoord past in de zin:
De PvdA is een linkse partij .... het CDA, dat meer rechts is.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve

Slide 9 - Quiz

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 10 - Diapositive

Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor

Slide 11 - Quiz


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 12 - Diapositive

Welk signaalwoord past in de zin:
Iedere partij heeft een eigen standpunt t.a.v. het onderwijs .... de leraren moeten meer salaris krijgen.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals

Slide 13 - Quiz

Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want

Slide 15 - Quiz

Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo