DISK - Thema 4 Eten - Bron 1

LES NEDERLANDS
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

LES NEDERLANDS

Slide 1 - Diapositive

DIT GAAN WE DOEN

  • Dictee 1.2
  • Bron 1
  • Taak 2
  • Pictionary woorden werkboek
  • Huiswerk inplannen

Slide 2 - Diapositive

LESDOEL
  • Allemaal een 10 voor het dictee :) 
  • Je maakt kennis met nieuwe woorden die bij het thema horen.
  • Je maakt een eetplan voor een sporter en kunt aan een klasgenoot vertellen waarom dit plan goed is. 
      - Je maakt gebruik van voegwoorden: want, omdat. 
  

Slide 3 - Diapositive

DICTEE 1.2

Slide 4 - Diapositive

VOORKENNIS

JA = GA STAAN
NEE = BLIJF ZITTEN


Slide 5 - Diapositive

Ik drink weleens sportdrankjes.
timer
0:20
A
JA
B
NEE

Slide 6 - Quiz

Sportdrankjes zijn gezond.
timer
0:20
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quiz

In sportdrankjes zitten meer dan 20 suikerklontjes
timer
0:20
A
JA
B
NEE

Slide 8 - Quiz

BRON 1

Slide 9 - Diapositive

ONZIN

Slide 10 - Diapositive

HET SPUL

Slide 11 - Diapositive

UITKIJKEN

Slide 12 - Diapositive

BIER EN WIJN | ALCOHOL

Slide 13 - Diapositive

BOVENDIEN

Slide 14 - Diapositive

HET GEWICHT

Slide 15 - Diapositive

RUIM
         MEER DAN

Slide 16 - Diapositive

KWIJTRAKEN

Slide 17 - Diapositive

Wat zegt Johan over sportdrankjes?
A
Sportdrankjes zijn alleen voor sporters.
B
Sportdrankjes zijn veel te duur.
C
Sportdrankjes zijn lekker en gezond.

Slide 18 - Quiz

Wat zegt Johan over sporters en eten?
A
Sporters moeten gezond en gevarieerd eten.
B
Sporters moeten proberen minder te eten.

Slide 19 - Quiz

Waar gaat het boek van het Voedingscentrum over?
A
Over ongezond eten en afvallen.
B
Over gezond en ongezond eten
C
Over wat je moet eten als je veel sport.

Slide 20 - Quiz

Wat zegt Johan over drinken na een half uur hardlopen?
A
Je kunt dan beter een sportdrankje drinken.
B
Je kunt dan beter water drinken.
C
Je kunt dan beter koffie drinken.
D
Je kunt dan beter water met een suikerklontje drinken.

Slide 21 - Quiz

Waarom is deze tekst gemaakt?
Wat denk jij?
A
om het boek aan jou te verkopen
B
om het boek aan jou te verkopen
C
om jou informatie te geven over dure drankjes
D
alle drie

Slide 22 - Quiz

TAAK 2

Slide 23 - Diapositive

DE SCHIJF VAN VIJF

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

TAAK 2

Bekijk het eetplan van de andere leerlingen.
Wat is het verschil met jouw eetplan?
Vind je het een goed/gezond eetplan?
Waarom wel? Waarom niet?

Slide 26 - Diapositive

VOEGWOORDEN
,WANT
,OMDAT
Ik ga eten. Ik heb honger.
Ik ga eten. Ik heb honger.
Ik ga eten, want ik heb honger.
Ik ga eten, omdat ik honger heb.
1. onderwerp
2. werkwoord
3. rest 
1. onderwerp
2. rest
3. werkwoord

Slide 27 - Diapositive

PICTIONARY

Slide 28 - Diapositive

HUISWERK
WOENSDAG 13 DECEMBER 
___________________________________________________________
WERKBOEK OPDRACHT 7 en 8 

Slide 29 - Diapositive