1.1 Hoe ontstond de industrie

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek (blz. 10)
  1. Telefoons weg in de krat 
  2. Zitten volgens plattegrond
  3. Start lesson-up op 
timer
1:00
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek (blz. 10)
  1. Telefoons weg in de krat 
  2. Zitten volgens plattegrond
  3. Start lesson-up op 
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

       Paragraaf 1.1  
0 -    5   Telefoon weg, boeken pakken
5 -   10  Terugblik vorige les 
10 - 50  Uitleg en werken
50 - 55  Afsluiting

Aan het eind van de les:
Weet je hoe de industriële revolutie is ontstaan
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

      Aan het eind van de les
  • weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep;
  • kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam;

Slide 3 - Diapositive

1000 - 1500
1500 - 1600
1600 - 1700
1700 - 1800
1800 - 1900
Tijd van steden en staten
Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van regenten en vorsten
Tijd van pruiken en revoluties
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Kijk eens in je kledinglabel, van welke grondstof is het gemaakt?

Slide 6 - Question ouverte

Lees de leerstof op blz. 10

Slide 7 - Diapositive

Kijk eens in je kledinglabel, van welke grondstof is het gemaakt?

Slide 8 - Question ouverte

Katoen
  • De meeste kleding werd/word van katoen gemaakt
  • katoenplantages
  • Amerika
  • 19e eeuw (1800-1865)

Slide 9 - Diapositive


Wat is een plantage?
A
boerderij waar veeteelt en akkerbouw is
B
boerderij met alleen vee (dieren)
C
grote boerderij met maar één landbouwproduct
D
boerderij met veel verschillende landbouwproducten

Slide 10 - Quiz


Waarom lagen veel katoenplantages langs rivieren?
A
De grond was daar goedkoper
B
Er kon dan gevist worden
C
Het katoen kon dan per schip worden vervoerd
D
Er was dan drinkwater voor de slaven

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

 katoenplantage
1.   Werkten veel slaven om katoen te plukken, vooral in Amerika
2.  Werd naar Europa verscheept
In Amerika duurt de slavernij tot 1865

Slide 13 - Diapositive

Huisnijverheid in Engeland

Vooral boeren-gezinnen
om in de winter wat geld te verdienen

Thuiswerk = huisnijverheid

Slide 14 - Diapositive


Wat is een voorbeeld van huisnijverheid?
A
Werken op de katoenplantage.
B
Ruwe katoen opkopen.
C
Thuis draden spinnen en weven.
D
Katoen naar de huizen brengen.

Slide 15 - Quiz

Huisnijverheid
Huisnijverheid 
Spinnen 
Weven

Slide 16 - Diapositive

Lees de leerstof op blz. 11

Slide 17 - Diapositive

Meer vraag naar katoen
In Engeland konden meer mensen meer geld verdienen.
Er ontstaat welvaart.

= meer mensen
= meer kleren
= meer katoen nodig

Slide 18 - Diapositive

Revolutie
= meer katoen spinnen...
= machines nodig die sneller werken dan mensen

= Snelle verandering

Slide 19 - Diapositive

Nieuwe energiebronnen
1. spierkracht (mens en dier)
2. paardenkracht
3. waterkracht (windmolens)
4. windkracht

Nieuw: Stoomkracht

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Revolutie is:
A
Een grote verandering
B
Een eenmalige gebeurtenis
C
Als mensen boos zijn

Slide 22 - Quiz

Waarom was de industriële revolutie een revolutie
A
Omdat het langzaam veranderde
B
Doordat mensen veranderden
C
Doordat het leven in een korte tijd snel veranderde
D
Omdat het hetzelfde bleef

Slide 23 - Quiz

Stoommachine

Slide 24 - Diapositive

Stoommachines in fabrieken

Slide 25 - Diapositive

Stoomtrein
Stoomboot
Begon in Engeland
Nederland bleef achter

Slide 26 - Diapositive

      Aan het werk
Werken in boek of op laptop
  1. Maken 1.1 (blz. 10 t/m 15
  2. Nakijken 1.1 
  3. Maken verdieping (blz. 17)
timer
10:00

Slide 27 - Diapositive

       Leerdoelen check
  • weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep;
  • kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam;

Slide 28 - Diapositive

      Welkom! 
Pak je laptop en je boek (blz. 10)
  1. Telefoons weg in de krat 
  2. Zitten volgens plattegrond
  3. Start lesson-up op 
timer
1:00

Slide 29 - Diapositive

       Paragraaf 1.1  
0 -    5   Telefoon weg, boeken pakken
5 -   10  Terugblik vorige les 
10 - 50  Uitleg en werken
50 - 55  Afsluiting

Aan het eind van de les:
Weet je hoe de industriële revolutie is ontstaan
timer
1:00

Slide 30 - Diapositive

      Aan het eind van de les
  • weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep;
  • kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam;
  • kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep;
  • weet je wat door de industrialisatie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers 

Slide 31 - Diapositive

Tijdvak waar we nu mee bezig zijn heet....
A
Tijd van burgers en stoommachines
B
Tijd van burgers en de stoomtrein
C
Tijd van revolutie en stoommachines
D
Tijd van huisnijverheid en stoom

Slide 32 - Quiz

De tijd van 'burgers en stoommachines' vond plaats tussen.....
A
1700 - 1800
B
1500-1600
C
1800 - 1900
D
1900- 2000

Slide 33 - Quiz

Welk symbool hoort bij de tijd van Burgers en Stoommachines?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive


De stoommachine zorgde voor een grote verandering, wanneer gebeurde dit?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 36 - Quiz

Lees de leerstof op blz. 13

Slide 37 - Diapositive

Rond 18
Republiek = Nederland
- Deed niet mee aan de grote veranderingen
- Geen ijzer en steenkool dus bijna geen fabrieken 
- Pas rond 1839 een trein 
- Veel verschil met Engeland 

Slide 38 - Diapositive

koning Willem I
  • in 1815 gevraagd om koning te worden

  • Had in Engeland gezien hoe de industrie was opgekomen

  • Zorgde voor ontwikkeling in Nederland

Slide 39 - Diapositive

Waarom liet koning Willem I zoveel kanalen, wegen en spoorlijnen aanleggen?
A
Dat was goed voor de handel
B
Dan konden de arbeiders makkelijker naar de fabrieken
C
zo hoopte hij meer toeristen te trekken en meer te verdienen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Vidéo

Lees de leerstof op blz. 14

Slide 42 - Diapositive

Wat is de industriële revolutie?
A
boeren die in de wintermaanden thuis stof weven
B
Een opstand van mensen die in fabrieken werkten
C
Grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gingen werken

Slide 43 - Quiz

Waar is de Industriële Revolutie ontstaan?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Amerika
D
Japan

Slide 44 - Quiz


Hoe veranderde het leven van de mensen door de industriële revolutie?

Slide 45 - Question ouverte

Veranderingen na de industriële revolutie 
  • Mensen gingen niet meer thuis werken maar in fabrieken
  • Mensen verhuisden naar de stad
  • Werkgevers werden rijk
  • Werknemers werden arm

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Werknemers zijn...
A
Mensen die de baas zijn van een fabriek
B
Mensen die thuis zitten te werken
C
Mensen die werken in een fabriek
D
Mensen die werkloos zijn

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Vidéo

Arbeiders gebruiken vooral spierkracht.
Arbeiders werken met handgereedschappen.
De baas werkt mee in de werkplaats.
Producten worden in de omgeving verkocht.
Machines werken op stoomkracht.
Arbeiders werken met machines.
De ondernemer koopt grondstoffen, organiseert het werk en verkoopt de producten.
Er zijn grote fabrieken.
Voor de industriële revolutie
Na de industriële revolutie

Slide 50 - Question de remorquage

Sleep de ontbrekende woorden naar de juiste plek.
Het thuiswerken van ambachtslieden noem je
                                  De industriële                                  was een grote verandering waarbij steeds meer mensen in fabrieken gingen werken. In een fabriek is de                                   de baas en zijn de
                               bij hem in dienst. Als een bedrijf meer computers gaat gebruiken noemen we dat                                  Een                                is  een gebouw waarin arbeiders met machines goederen produceren.


                               

werkgever
werknemer
automatisering
fabriek
huisnijverheid
revolutie

Slide 51 - Question de remorquage

      Aan het werk
Werken in boek of op laptop
  1. Afmaken 1.1 (blz. 10 t/m 15
  2. Nakijken 1.1 
  3. Maken verdieping (blz. 17)
timer
10:00

Slide 52 - Diapositive

       Leerdoelen check
  • weet je hoe aan het begin van de tijd van burgers en stoommachines de productie verliep;
  • kun je uitleggen hoe en waardoor de productie toenam;
  • kun je beschrijven hoe de industrialisatie in Nederland verliep;
  • weet je wat door de industrialisatie veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers 

Slide 53 - Diapositive