13e les 2e klassen

13e les 2e klassen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

13e les 2e klassen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
Zingen!!!!
bandnummers???
Presentaties....
Stukje theorie
Huiswerk
Drummen.... Wie nog? 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Wat is ritme?
Een ritme ontstaat door de opeenvolging van kortere en langere tonen.


Slide 13 - Diapositive

Ritme
Door de verschillende noten achter elkaar te plaatsen krijg je een ritme. Komt dit ritme je bekend voor? 

Slide 14 - Diapositive

Ritme
Dit ritme is in een maat geschreven. Omdat het een ritme is, zonder toonhoogte, is er maar één lijn. 
4/4 = 4 tellen in de maat

Slide 15 - Diapositive

Ritmenotatie: 
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 16 - Diapositive

Oefen nu dit ritme:

Slide 17 - Diapositive

Oefen nu dit ritme:

Slide 18 - Diapositive

Nu alles samen

Slide 19 - Diapositive

Door welke noot kun je deze rust vervangen?
A
achtste noot
B
kwartnoot
C
halve noot
D
hele noot

Slide 20 - Quiz

Het tempo van dit nummer is....
A
Slow
B
Fast

Slide 21 - Quiz

De maatsoort is....
A
3/4 = 3 tellen in de maat
B
4/4 = 4 tellen in de maat

Slide 22 - Quiz

Wat is de maatsoort?
A
3/4 = 3 tellen in de maat
B
4/4 = 4 tellen in de maat

Slide 23 - Quiz

Ritme 1
Ritme 2
Ritme 3

Slide 24 - Diapositive

Dance > muziek maken > maken > sequencer
Ritme is de motor van muziek.
Een melodie heeft een ritme, maar ritme kan ook zelfstandig voorkomen. Een drummer speelt ritmes zonder melodie.
Er zijn nog veel andere instrumenten en manieren om ritmes uit te voeren, elk met een eigen sound.

Slide 25 - Diapositive

Hoe heet de laatste noot? (Notenwaarde)
A
Hele noot
B
Halve noot
C
Kwart noot
D
Achtste noot

Slide 26 - Quiz

'Four on the floor beat' betekent..
A
de bassdrum klinkt op de 1ste en 3de tel van elke maat
B
de bassdrum klinkt op elke tel van de maat.

Slide 27 - Quiz

Wat is de maatsoort?
A
3/4
B
4/4

Slide 28 - Quiz

Welke notenwaardes komen overeen met deze maat?
A
2 - 2
B
1/2 - 1/2 - 2
C
1 - 1 - 1/2 - 1/2 - 1/2 - 1/2
D
1 - 1/2 - 1/2 - 1

Slide 29 - Quiz

Groove
Tempo
Intro
Fill
Four on the floor beat
Swingend ritme in de begeleiding.
Snelheid waarmee je muziek speelt.
Bassdrum klinkt op elke tel van de maat.
Instrumentaal voorspel
Onderbreking van de groove met een ander ritme.

Slide 30 - Question de remorquage

Wat is de maatsoort?
A
3/4
B
4/4

Slide 31 - Quiz

Luister naar het fragment en sleep het geluidsicoon naar de juiste bewering.
Het volume wordt eerst zachter, daarna sterker.
Het tempo wordt eerst langzamer, daarna sneller.
Het volume wordt eerst sterker, daarna zachter.
Het tempo wordt eerst langzamer, daarna sneller.
Het volume wordt eerst zachter, daarna sterker.
Het tempo wordt eerst sneller, daarna langzamer.
Het volume wordt eerst sterker, daarna zachter.
Het tempo wordt eerst sneller, daarna langzamer.

Slide 32 - Question de remorquage

Schuif de begrippen in het midden naar het juiste vak.
Dynamiek
Tempo
Forte
Presto
Allegro
Adagio
Pianissimo
Crescendo
Diminuendo
Ritenuto

Slide 33 - Question de remorquage