Week 15, les 1, 2e klas (-ER, Partie C, Kloktijden)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

semaine 15, cours 1

1.Quel est le jour       et la date      

2.Quel temps fait-il?     

3. Quel heure est-il?     

      

Départ

1. Début du cours
   
   
2. Révision grammaire: 
   - Werkwoorden -ER
3. 
   Grandes Lignes
   - Parler Partie C
   -> Naam spellen, kloktijden
4. Fin du cours
   - Réflection du cours
   -Blooket Partie A tm C
   
   
   
   

 (20m)

RÉPÉTER: Verbes -ER

PARLER: Partie C

(30m)

 (10m)

Leerdoel

Ik weet hoe de werkwoorden eindigend op -ER  gaan en ik kan het toepassen in een zin.

Welke werkwoorden op -er ken jij?

Werkwoorden-er

(als jouer, 

habiter,

aimer,

manger...

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je

aim + ons

parl + ent

mang + e

écout + ez

habit + es

jou + e

Verbes - er

Regel werkwoorden op -er:

• -er eraf
• Présent:
  e, es, e, ons, ez, ent
• P.C.:
  ai/as/a/avons/avez/ont
  ....stam + é

VUL IN OP PAGINA 30 Studiewijzer

00:38

Wat staat erop/zit er in de doos?
"v...=w..."

00:55

Hoeveel procent van de werkwoorden zijn regelmatig en eindigen op -er?
...%

01:28

Parler, Jouer en Danser betekenen....

1. Praten, eten en zingen
2. Kijken, spelen en dansen
3. Praten, spelen en dansen
4. Praten , spelen en luisteren

01:42

Bij het vervoegen (conjuger)
haal je '-..' eraf voor de stam...

02:32

Welke (6) uitgangen komen in plaats van de -er als je vervoegt?
"-.., -.., -.., -.., -.., -.."

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  eet

B. zij lopen

C.  men houdt van

D.  jullie spreken

E. jij woont

F. wij spelen

1.  nous  jouons

2.  tu  habites

3.  ils  marchent

4.  on  aime

5.  vous parlez

6.  elle  mange

Vertaal: Ik woon in Nieuwegein
en wij eten ijsjes (des glaces).

Passé Composé: Ik heb voetbal gespeeld.

1. Vous suis joué au foot.
2. Tu as joué au foot.
3. J'ai jouer au foot.
4. J'ai joué au foot

Passé Composé: Zij heeft een banaan gegeten.

1. Elle manger une banane
2. Elle a manger une banane.
3. Elle a mangé une banane.
4. Elle ai mangé une banane.

Vertaal: Ik heb gepraat met mijn vriend.

Hoe goed ken je de werkwoorden op -er al?

😒🙁😐🙂😃

Chap 6: Au travail

- Finir Partie A - B

- Vul -er, présent + PC (p30) in

- PARTIE C:

=Ensemble: 13ab, 14ab,

=Individuel: 15 ab  + blad kloktijden 

- Fini: blooket...

      

Comment était le cours?
Vul de lesreflectie in je Studiewijzer in....

😒🙁😐🙂😃

au prochain cours!

DEVOIRS

• Chapitre 6: Partie C
  ( 13 tm 15b)
• Apprendre Partie A, B, C
• être, avoir, -er
• Kloktijden blad