Z2D, hoofdstuk 3 t/m D

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Chapitre 3, les bonnes affaires

Leestoets en woordjes (FR-NL) in de proefwerkweek chapitre 1, 2 et 3

hoofdstuk 3, onderdeel D

Leerdoelen deze les:

HERHALING

Aan het eind van deze paragraaf kun je een product beschrijven en weet je hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt.

La mode et les vêtements

Voilà Pierre

Il porte un pull rouge, un t-shirt blanc et un pantalon bleu.

Voilà une grand-mère

Elle porte une jupe bleue, un manteau bleu, un chapeau bleu et rouge, un sac blanc et des chaussures noires.

Elle porte :

1. un t-shirt violet et un pantalon marron
2. un t-shirt rose et une jupe violette
3. un t-shirt rose et blanc et un pantalon jaune
4. un t-shirt rose et blanc et un pantalon violet

Faire du shopping

Je voudrais (acheter) ...

Je cherche (un jean bleu) ...

J'aimerais essayer (cette jupe verte)...

Je prends (ce sac Louis Vuitton)...

quels autres mots connaissez-vous avec

au | aux | eau | eaux | ou?

Phrases-clés

Het aanwijzend voornaamwoord

Grammaire 

Hoe zeg je die broek, deze sneakers, dit of dat meisje?

het aanwijzend voornaamwoord:

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	ce	ces
mannelijk met h of klinker	cet	ces
vrouwelijk	cette	ces

Au travail!

Maak de opdrachten LES D 17c (evt samen), d + 18a, b + 19 + 

20a (twee artikelen)

Je mag fluisterend overleggen met je buurman/buurvrouw. 

Bingo!

Schrijf 9 cijfers op tussen de 60 en 100.

Kaart vol? Bingo!

Au travail!

LES E: Maak 21a, b, c + 22

LES F: Maak 24 + 25a, b + 26a, b