Grammatica A Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Periode 3 

Waar ga je komende periode mee aan de slag? 

Starttaak

LEES EERST DE HELE OPDRACHT

Maak een mindmap in je schrift. In het midden zet je woordsoorten. 

Schrijf zoveel mogelijk op wat je weet over:

lidwoorden

zelfstandig naamwoorden

bijvoeglijk naamwoorden

werkwoorden

Maak 'zijtakken'. Houd voldoende ruimte over voor evt. aanvullingen.

Klaar? Ga vast naar Grammatica onderdeel A 

Deze week

Maandag: Instructie woordsoorten

Donderdag:  Werkles gramm A 

Vrijdag: Leesuur

Weektaak 29 01 2024

Leren: handboek blz.160 -163

Maken: Grammatica A 2 t/m 7

Grammatica

Om een taal te begrijpen, is het belangrijk om inzicht in de regels van de taal te hebben. Deze regels noemen we de grammatica. 

Inzicht in deze regels helpen bij het leren van andere talen. 

Er zijn grote verschillen tussen talen: in het Chinees bepaalt de manier waarop je iets uitspreekt de betekenis. In het Turks kun je een boodschap in één woord brengen waar wij een hele zin voor nodig hebben. 

Soorten grammatica

- grammatica zinsdelen (redekundig ontleden), waarbij je de functie van elk zinsdeel in de zin benoemt. 

- grammatica woordsoorten (taalkundig ontleden), waarbij je van elk woord in de zin benoemt tot welke woordsoort het behoort. 

Zelfstandig naamwoord

• concreet zelfstandig naamwoord 
• abstract zelfstandig naamwoord 
• eigennaam zelfstandig naamwoord (zn-e)

1. meervoud 
2. verkleinwoord 
3. lidwoord ervoor

Lidwoorden

Staan voor een zelfstandig naamwoord:

de - het - een

onbepaald lidwoord:

een

bepaald lidwoord:

de - het

Lidwoord

Er zijn 3 lidwoorden: de, het en een

Let op bij het!!

Alleen als er een zelfstandig naamwoord bij staat, is het een lidwoord.

Het regent --> geen lidwoord.

Het rode kleedje ligt op de grond --> wel lidwoord.

Bijvoeglijke naamwoorden

Welke verschillende soorten bijvoeglijk naamwoorden zijn er?

Bijvoeglijke naamwoorden

1. de 'gewone' bijvoeglijk naamwoorden
   
2. stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden
3.  bijvoeglijk naamwoorden die gemaakt zijn van een werkwoord
   

Soorten werkwoorden

- zelfstandig werkwoord

- koppelwerkwoord

- hulpwerkwoord

Herkennen van de werkwoorden

• hoofdwerkwoorden ( zelfstandig werkwoord / koppelwerkwoord
• hulpwerkwoorden.

Werkwoordsvormen

• Daar loopt een koe.
• Daar liep een koe.
• Daar heeft een koe gelopen.
• Daar had een koe gelopen.
• Daar zal en koe lopen.
• Daar zou een koe lopen.
• Daar zal een koe gelopen hebben.
• Daar zou een koe gelopen hebben

Werkwoordsvormen

• Daar loopt een koe.  ott
• Daar liep een koe.    ovt
• Daar heeft een koe gelopen.  vtt
• Daar had een koe gelopen. vvt
• Daar zal en koe lopen. ottt
• Daar zou een koe lopen. ovtt
• Daar zal een koe gelopen hebben. vttt
• Daar zou een koe gelopen hebben vvtt

Scheidbare werkwoorden

Nicole zet koffie voor Herman.

''Koffie zetten'' zijn twee losse woorden.

''Koffie zetten'' is geen scheidbaar werkwoord.

Dus: koffie hoort niet bij het werkwoord/ wg

De agente houdt de dief uiteindelijk toch aan.

''Aanhouden'' schrijf je wel aan elkaar, maar kan gescheiden worden.

Dus: aanhouden is  wel een scheidbaar werkwoord.

Dus: aan hoort bij het werkwoord en het wg

De agente ondervraagt de dief.

''Onder en ''vragen'' kunnen niet los van elkaar.

''Ondervragen'' is geen scheidbaar werkwoord.

Nu jij...

Weektaak: 

Leren Grammatica A (blz. 160-163 handboek)

Maken Grammatica A 1 t/m 5 (blz 94)
+ Grammatica B 1 t/m 4

Welkom!

Lezen

Pak je boek en ga stillezen

 

Starttaak

Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open en laptop dicht op tafel.

Klaar? Stillezen