H2e P4 Unidad 6 Les 11 - KOL (11-06-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos! - Les 11 (vrijdag)

Afspraken online lessen

¿Preguntas?

El programa de hoy

• 5 min   - Empezamos
• 10 min - Leerstof TW
• 30 min - Leren/samenvatten
• Los deberes 
• Reflexión

Leerstof TW

Vocabulario 

6.1 t/m 6.5; 

Frase clave p.6-7

Grammatica: 

nr. 11 betrekkelijk vnw; 

nr. 15ab trappen van vergelijking; 

nr. 30-31 ser-estar-hay; 

nr. 35 presente; 

nr. 36-37 presente perfecto, ook onregelmatig; 

nr. 38 futuro inmediato ir a + inf; 

getallen TB p.97 (1-100 in beide richtingen, grotere getallen alleen S-N)

Betrekkelijk vnw

Betrekkelijk voornaamwoord 'que'

Als je twee zinnen verbindt met een betrekkelijk voornaamwoord, gebruik je in het Spaans 'que'.

Voorbeeld: 

Amsterdam es una ciudad + La ciudad está en el oeste de Holanda 

-> Amsterdam es una ciudad que está en el oeste de Holanda.

‘... een stad, die in het westen ligt.’

Trappen van vergelijking 

Ser, estar, hay

Oefenen? 

https://www.spanishunicorn.com/ejercicios-gramatica-ser-estar-hay-tener/

Ser

Estar Hay

Presente 

oefenen? verbuga.eu

Zie gram. nr. 35 

Perfecto (verleden tijd)

oefenen? verbuga.eu

1.Wat is de pretérito perfecto?

2.Hoe vorm je de pretérito perfecto?

3. Wanneer gebruik je de pretérito perfecto?

Pretérito Perfecto

¿Cuándo se usa el pretérito perfecto?

Futuro inmediato 

(toekomende tijd) 

oefenen? 

 https://www.spanishunicorn.com/futuro-proximo-y-futuro-simple/

IR      A      HELE WERKWOORD

+

+

Video op classroom

Los números

Oefenen? 

https://www.esfacil.eu/nl/grammatica/telwoorden-oefenen.html

30 min - Leren/samenvatten

Heb je nog vragen? Zo ja, waarover?
Wat heb je nodig komende lessen?

Los deberes 

Estudiar: 

Leren voor de T.W. 

Einde....