3.2 Welvaart, crisis, bedreiging

Planning 
Samenvatting WO1 ->
Aantekeningen!!

Uitleg Verdrag van Versailles

Doel: Je kunt de oorzaken van de start en het einde van WO1 benoemen. Je weet wat het verdrag van Versailles is.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning 
Samenvatting WO1 ->
Aantekeningen!!

Uitleg Verdrag van Versailles

Doel: Je kunt de oorzaken van de start en het einde van WO1 benoemen. Je weet wat het verdrag van Versailles is.

Slide 1 - Diapositive

Wanneer was WO1?
A
1940-1945
B
1918-1940
C
1904-1908
D
1914-1918

Slide 2 - Quiz

Oorzaken + aanleiding WO1

Slide 3 - Diapositive

Tweefrontenoorlog
Een tweefrontenoorlog betekent dat een land op twee plekken tegelijk moet vechten. In de Eerste Wereldoorlog vocht Duitsland  (met Oostenrijk-Hongarije) tegen Frankrijk en Groot-Brittannië in het westen en tegen Rusland in het oosten. Dit maakte de oorlog moeilijker voor Duitsland.

Rusland stopte in 1917 met de Eerste Wereldoorlog door de Russische Revolutie.  Er was veel onrust en de tsaar werd afgezet. De nieuwe regering wilde vrede, dus tekenden ze in 1918 een verdrag met Duitsland.

Slide 4 - Diapositive

Centralen
Geallieerden
Frankrijk
Rusland
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Groot- Brittannië

Slide 5 - Question de remorquage

Waarom doet de VS mee?
Duitse duikbootaanvallen: Duitsland viel schepen aan, ook Amerikaanse, wat leidde tot de dood van Amerikaanse burgers.
Zimmermann-telegram: Duitsland vroeg Mexico om tegen de VS te vechten, wat de VS boos maakte.
Economische belangen: De VS had veel handel en leningen aan de geallieerden, en wilde dat ze zouden winnen om hun geld terug te krijgen.

Slide 6 - Diapositive

Einde WO1
Uithongering en uitputting: Na vier jaar waren de landen moe en hadden ze weinig middelen.
De VS komt erbij: De Amerikaanse hulp gaf de geallieerden in 1917 een belangrijke boost.
Duitse revolutie: In Duitsland kwamen mensen in opstand tegen de oorlog.
Wapenstilstand: In november 1918 stopten de gevechten na een akkoord tussen Duitsland en de geallieerden.
De oorlog werd officieel beëindigd met het Verdrag van Versailles in 1919.

Slide 7 - Diapositive

Wat stond er in dit verdrag?
Geen groot leger
Schadevergoeding
betalen
Grondgebied
inleveren

Slide 8 - Diapositive

Verdrag van Versailles
Oorlogsschuld: Duitsland moest de schuld voor de oorlog accepteren en betalen voor de schade die was aangericht (reparaties). Dit was pas in 2010 afbetaald.

Beperkingen op leger: Duitsland mocht zijn leger niet groter maken dan 100.000 soldaten, en ze mochten geen vliegtuigen of tanks meer hebben.

Slide 9 - Diapositive

Grondgebied inleveren:

Slide 10 - Diapositive

Welke straffen voor Duitsland stonden er in het Verdrag van Versailles?

Slide 11 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak opdracht 1 tm 8 van 3.2

Maak een tijdlijn van paragraaf 3.1
Houd ruimte voor meer jaartallen van volgende paragraven.
Huiswerk voor maandag!
timer
10:00000

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Tijdlijn van 3.1 af. 
Vul dit aan met de tijdlijn van 3.2.
Klaar? Maak vragen van de leerdoelen van 3.2. Zoek de antwoorden in de blauwe teksten.

-> Stukje uitleg, nakijken.
timer
20:00000

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Planning 
Bespreken jaren 20,
crisis en fascisme.

Nakijken tijdlijn

Doel: je kunt uitleggen wat fascisme is.

Slide 15 - Diapositive

Gevolgen verdrag van Versailles
- Veel Duitsers voelden zich beledigd

- Door de schadevergoedingen en het verlies van grondgebied had Duitsland weinig geld, en dit leidde tot grote economische problemen.





Slide 16 - Diapositive

Jaren 20
In de VS ging de economie goed na de Eerste Wereldoorlog, vooral in de jaren 1920. Mensen kochten meer producten en er waren veel nieuwe uitvindingen, zoals auto's en huishoudelijke apparaten.

Daarnaast leenden veel mensen geld om producten te kopen.  Dit leidde tot een bloeiende economie, maar uiteindelijk veroorzaakte dit ook problemen toen veel mensen hun leningen niet meer konden betalen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Ideologie
Een ideologie is een set van ideeën en overtuigingen over hoe de samenleving zou moeten zijn. Het is een manier van denken over politiek, economie, en hoe mensen met elkaar om moeten gaan.

In 1924 werd Mussolini regeringsleider. Welke ideologie had hij?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Fascisme
Fascisme is een politiek systeem waarbij één leider of een kleine groep mensen de macht heeft en alles controleert. 

Het fascisme stelt dat het land boven alles staat en dat er weinig ruimte is voor meningsverschillen. Het is tegen democratie en gelooft in een sterk, vaak gewelddadig, leiderschap. 

In de Tweede Wereldoorlog was Adolf Hitler een leider van het fascisme in Duitsland.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Tijdlijn 3.1
1900-1950: Tijd van wereldoorlogen
1900: Mensen zijn erg nationalistisch
1914-1918: Eerste Wereldoorlog
1914: DU valt FR aan via BE, Eerste Wereldoorlog begint
1917: Russische Revolutie, communisten aan de macht, stopt met oorlog
1917: VS helpen de Geallieerden
1918: Eind Eerste Wereldoorlog
1919: Verdrag van Versailles

Slide 23 - Diapositive

Tijdlijn 3.2
'20: Er was veel welvaart (maar niet in Duitsland)
1924: Mussolini wordt regeringsleider
1929: Economische wereldcrisis
'30: Ideologie van Hitler wordt populair
1933: Nazi's (nationaalsocialisten) winnen de verkiezingen in Duitsland

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
Nakijken 3.2




Wat is fascisme?
timer
10:00000

Slide 25 - Diapositive