H3P3 (M2B)

H3 P3: VREDE
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H3 P3: VREDE

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Je kunt uitleggen wat het verdrag van Versailles was en kunt hier vier voorbeelden bij geven.

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je het als de staat bepaalt hoeveel fabrieken en boerderijen moeten produceren?

Slide 3 - Question ouverte

Wat waren drie oorzaken van de Russische Revolutie

Slide 4 - Question ouverte

1918: wapenstilstand
Een nieuwe democratische regering in Duitsland gaf zich over aan de Geallieerden. 

De Geallieerden wilden Duitsland straffen voor de oorlog.


Slide 5 - Diapositive

Wat waren 4 oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 6 - Question ouverte

Verdrag van Versailles
Vier belangrijke punten:

Slide 7 - Diapositive

1: Herstelbetalingen
Duitsland moest 132 miljard mark betalen aan de Geallieerden
(132.000.000.000)

Slide 8 - Diapositive

2: Grondgebied
Duitsland verloor veel rijk grondgebied en alle koloniën

Slide 9 - Diapositive

3: Leger
Duitsland mocht maar 100.000 soldaten hebben.

Slide 10 - Diapositive

4: Grensbewaking

Geen Duitse soldaten langs de grens met Frankrijk en België.

Slide 11 - Diapositive

Gevolg:
De Duitse bevolking is boos en blijft onrustig.

Slide 12 - Diapositive

Cirkelblad
Werk in tweetallen aan het werkblad, normaal volume

Past de gebeurtenis bij Rusland, Duitsland of beide?

Laatste drie minuten gaan we de antwoorden bespreken.

Slide 13 - Diapositive




Het fascisme
H3.3 Vrede:

Slide 14 - Diapositive

Lesdoel
Je kent de vier eigenschappen van het fascisme

Slide 15 - Diapositive

Wat waren drie oorzaken van de Russische Revolutie

Slide 16 - Question ouverte

Wat veranderde in Rusland toen de communisten overnamen? (4 dingen)

Slide 17 - Question ouverte

Europa na WO1
Na WO1 had  Europa veel grote problemen. 
Er was armoede, werkeloosheid en oorlogsschade en de regeringen losten dit niet op.



Slide 18 - Diapositive

Europa na WO1

In Italië grepen in 1922 de fascisten de macht 
(o.l.v. Mussolini)

Zij gaven de democratie de schuld van deze problemen.

Slide 19 - Diapositive

Wat waren de vier punten uit het verdrag van Versailles?

Slide 20 - Question ouverte

Vier kenmerken van het fascisme:

Slide 21 - Diapositive

1: Sterke leider
Eén sterke leider heeft alle macht (Mussolini)

Slide 22 - Diapositive

2: Eenheid
Het volk moet verenigd zijn en achter de leider staan

 voor tegenstanders was geen plek.

Slide 23 - Diapositive

3: Extreem nationalisme

Fascisten vinden hun eigen volk beter dan andere en wilden een groot machtig land.

Slide 24 - Diapositive

4: Geweld
Geweld werd gebruikt tegen tegenstanders om deze doelen te bereiken.

Slide 25 - Diapositive

Wat zijn de vier kenmerken van het fascisme?

Slide 26 - Question ouverte

Waar denk je dat dit gedicht over gaat?

Eerst kwamen ze voor de communisten
En ik sprak me niet uit
Omdat ik geen communist was

Toen kwamen ze voor de socialisten
En ik sprak me niet uit
Omdat ik geen socialist was
Toen kwamen ze voor de vakbondsleden
En ik sprak me niet uit
Omdat ik geen vakbondslid was

Toen kwamen ze voor de joden
En ik sprak me niet uit
Omdat ik geen jood was

Toen kwamen ze voor mij
En er was niemand meer over
Om zich voor mij uit te spreken

Slide 27 - Diapositive

Huiswerk
opgave 6, 7 & 8 (p. 154)

als je eerder klaar bent maak je het cirkelblad van de vorige les af.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

H3.3 Voorspoed in de VS
Lesdoelen:
Je kunt uitleggen wat een consumptiemaatschappij is

Je kunt uitleggen waarom mensen in de VS geld gingen lenen

Slide 30 - Diapositive

Waar werd propaganda in de SU voor gebruikt?

Slide 31 - Question ouverte

Wat waren de vier punten uit het verdrag van Versailles?

Slide 32 - Question ouverte

Wat zijn de vier kenmerken van het fascisme?

Slide 33 - Question ouverte

Voorspoed in de VS

Vanaf WO1 werd Amerika steeds rijker door de vele goederen die ze aan een verzwakt Europa verkochten.

Slide 34 - Diapositive

Consumptie-maatschappij

Amerika werd zo rijk dat steeds meer mensen geld over hadden voor luxeproducten.

 Dat noem je een consumptiemaatschappij. 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Lenen
Steeds meer Amerikanen en bedrijven leenden geld om producten te kopen.

Je kon om geld te verdienen ook een aandeel van een bedrijf kopen.

Slide 37 - Diapositive

Werkblad
Werk zelfstandig aan het "oorzaak gevolg" werkblad

Als je eerder klaar bent begin je alvast aan opgave 9, 10 en 11 van H3.3

Slide 38 - Diapositive

Huiswerk
 opgave 9, 10 en 11 van H3.3

Als je eerder klaar ben werk je opgave 12 uit, 

daarna de intro van H4.

Slide 39 - Diapositive