KGT H5 taalverzorging grammatica: bnw

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

lang, lang geleden: werkwoordelijk gezegde

Ik weet wat een bnw is

bijvoeglijke naamwoorden

Nederlands

taalverzorging grammatica H5

blz. 140-141

opdr. 2, 3, 6

Afmaken blz. 140-141 opdr. 2, 3, 6

Leesboek uitzoeken!

Vandaag:

Boektrailers die nog niet zijn geweest

Woord van de week schema updaten

Nieuw boek kiezen

Bijvoeglijk naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Een bijvoeglijk naamwoord staat vaak voor een zelfstandig naamwoord.

Basisregel

Meestal eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een -e.

Staat er de, het, dit, die, dat of deze voor het bijvoeglijk naamwoord, dan schrijf je -e.

Bijvoorbeeld:

De mooie fiets

Het knappe meisje

Die blauwe jas

Uitzondering: stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Als een bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welke stof/materiaal een zelfstandig naamwoord gemaakt is, dan schrijf je -en.

De houten tafel

De metalen fiets

De gouden medaille

Een rieten dak

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Maar als het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord een woord uit een andere taal is, dan schrijf je geen -e of -en.

Bijvoorbeeld:

Een plastic bekertje

De polyester tas

Een acryl kledingstuk

De ... (zwart) kat

Het ... (lief) konijn

Een ... (lief) konijn

Een ... (groen) plant

Een ... (braaf) paard

Het ... (brons) beeld

De ... (eik) tafel

Het ... (aluminium) bord

Een ... (primair) kleur

Aan het werk

Nieuw Nederlands H5 Taalverzorging Grammatica

blz. 140-141

opdr. 2, 3, 6

Klaar? Maak ook opdracht 4 (leuk en extra moeilijk)

Huiswerk

1. Afmaken opdrachten. 

2. Bestuderen theorie over:

werkwoorden (H1)

zelfstandige naamwoorden (H3)

lidwoorden (H3)

bijvoeglijke naamwoorden (H5)