Quizvragen H 1

• economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

QUIZ Hoofdstuk 1

Basis 4 Economie

Behoeften aan voeding, kleding en woonruimte. Deze behoeften zijn noodzakelijk.​

1. basis behoeften
2. overige behoeften

Wat zijn de belangrijkste middelen?

1. sparen en lenen
2. rente
3. geld en tijd

Iets is schaars als er niet genoeg van is om alle behoeften te vervullen.​

1. Juist
2. Onjuist

Behoeften die je leven prettiger  maken, bijv. een tablet. 

1. primaire behoeften
2. secundaire behoeften

Bepalen welke behoeften het belangrijkst zijn en welke minder belangrijk.

1. consumeren
2. prioriteiten stellen
3. produceren
4. welvaart

Hoe noem je een groep consumenten voor wie een reclameboodschap of product bedoeld is?

Beïnvloeding door fabrikanten, winkeliers en andere verkopers:​ bijv. verkoper in een winkel​ of reclame​.

1. Sociale beïnvloeding
2. Commerciële beïnvloeding 

Kruidvat geeft 20% korting bij het bestellen van een digitaal fotoboek.
Welke marketinginstrument?

1. PRIJS
2. PRODUCT
3. PLAATS
4. PERSONEEL

Uitstalling in de winkel of etalage​ ..
Welke marketinginstrument?

1. Prijs
2. Plaats
3. Product
4. Presentatie

De Consumentenbond test met een vergelijkend warenonderzoek …(?)…(dezelfde soort / verschillende soorten) producten.

1. dezelfde soort
2. verschillende

Tijdens het onderzoek beoordelen ze de volgende onderdelen: …(?)…(hoeveelheid en prijs / kwaliteit en prijs).

1. hoeveelheid en prijs
2. kwaliteit en prijs

Zorgt dat mensen de naam van het product beter onthouden. 

1. merk reclame
2. ideële reclame
3. informatieve reclame

Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van producenten. ​

1. juist
2. onjuist

Het kopen van goederen/diensten heet

1. consumeren
2. produceren

Wat betekent prioriteiten stellen?

1. Bepalen welke behoeften het belangrijkst zijn en welke minder belangrijk.
2. Inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen
3. Een begroting maken

Het ruilen van producten tegen producten.

1. directe ruil
2. indirecte ruil

.....? ..... zijn producten en diensten waar alle burgers gebruik van kunnen maken. ​Ze worden geleverd en betaald door de overheid.

Welke reclame heeft als doel mening en gedrag van mensen beïnvloeden?

1. commerciële reclame
2. ideële reclame

Noem de 6 marketinginstrumenten/marketingmix

Wat gebeurt er in een vergelijkend warenonderzoek?

1. gelijksoortige producten van verschillende merken met elkaar vergelijken (prijs en kwaliteit).
2. Een onderzoek naar de beste consumenten organisaties.

De invloed van grote groepen consumenten =

1. producenten power
2. consumer power

Een...?.... is een logo op een product waarmee de fabrikant aangeeft dat het product aan bepaalde eisen voldoet.