B1c-jeudi 8 avril 2021

jeudi 8 avril 2021
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

jeudi 8 avril 2021

Slide 1 - Diapositive

le 1 avril 2021
Poisson d'avril !!
Dit was het begin van de les van vorige week: pourquoi??

Slide 2 - Diapositive

Voordat we starten
  1. Waarom hebben vorige week
    Julian, Gabriël, Nadir, Olivier, Rose Marie, Bram en Dahlia
    niet meegedaan met de Franse les (met Djoi)????

  2. Morgen, vrijdag, om 13.30 (na wi) gaan we op het SO nog even de getallen noteren (Jagh leest 7 getallen op)


Slide 3 - Diapositive

Na deze les
  1. Hebben we de les van vorige week donderdag snel herhaald
    (je kunt die les zelf nog een keer maken, is met je gedeeld)
  2. Weet je van het Franse bijvoeglijk naamwoord 2 dingen:
    de plaats EN de vorm
  3. Hebben we geoefend met het meervoud
  4. Heb je vragen kunnen stellen
  5. Heb je keihard gewerkt en héél goed opgelet

Slide 4 - Diapositive

Vorige week donderdag
Tijdens deze les ga je oefenen met de toetsstof. 
Je werkt zelfstandig en rustig. 
Steeds vraag je je af of je snapt wat je doet.
Als je iets niet (goed) snapt, dan noteer je dat in je schrift.
Volgende week kun je dat vragen.

Slide 5 - Diapositive

Zo ging je aan de slag
In deze LessonUp staat steeds wat je moet doen.
Lees per onderdeel eerst goed de instructies
Ga dan dat onderdeel oefenen
Als je een onderdeel af hebt, kijk je weer in deze LessonUp
Je vult in hoe goed je geoefend hebt
Daarna  ga je naar het volgende onderdeel
etc.

Slide 6 - Diapositive

1. Oefenen met werkwoorden
Je gaat oefenen met de regelmatige werkwoorden op -er

  1. Ga naar Magister - online lesmateriaal Frans
  2. Ga naar 3.4 (chapitre 3 Leçon4)
  3. Helemaal onderaan vind je de GRAMMATICATRAINER
  4. Kies Le Présent
  5. Maak de opgaven

Slide 7 - Diapositive

Zo goed ken ik de vervoeging van de werkwoorden op -er
010

Slide 8 - Sondage

En nu nog een keer goed bestuderen/meedoen
In de volgende dia's staat nog een keer uitgelegd wat je moet weten over het bijvoeglijk naamwoord.

Veel weet je al (toch?) en een klein stukje is nieuw. 
Kijk ook in je tekstboek op p. 70.

Na de uitleg ga je oefenen.

Slide 9 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 1)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort:

le garçon est grand      de jongen is groot
la fille        est grande    het meisje is groot


Slide 10 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 2)
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 11 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 3)
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 12 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 4)
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e,
behalve als het bijv.nw. al op een -e eindigt.

le pull   est jaune  (mannelijk enkelvoud)

la page est jaune (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 13 - Diapositive

Dit moet je ook nog weten (over de vorm)
Als het bijvoeglijk naamwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord dat in het meervoud staat, dan krijgt het een -s

le pull bleu     -> les pulls bleus
la jupe bleue -> les jupes bleues


Slide 14 - Diapositive

Leer de uitzonderingen uit je hoofd
Sommige vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden vorm je (een beetje) anders:
blanc         -> blanche
long           -> longue
beau         -> belle
nouveau  -> nouvelle
Leer die gewoon uit je hoofd!

Slide 15 - Diapositive

Dit moet je weten over de plaats (1)
REGEL:
Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat 
achter het zelfstandig naamwoord

la page jaune, les pages jaunes
le pull noir, les pulls noirs

Slide 16 - Diapositive

Dit moet je weten over de plaats (2)
REGEL: Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfst. nw.

BEHALVE
  1. alle rangtelwoorden (eerste, tweede, etc.)
  2. petit(e), grand(e), joli(e), beau (belle), nouveau (nouvelle), long(ue)

une petite fille, un grand garçon, une belle maison, un nouveau pull, une longue promenade

Slide 17 - Diapositive

Donc 
Als je een Frans bijvoeglijk naamwoord gebruikt, moet je
letten op
  1. de vorm (mannelijk, vrouwelijk? enkel- of meervoud?)
  2. de plaats (achter znw, behalve ......)

[ dit staat ook in je testboek op page jaune 70 ]

Slide 18 - Diapositive

In welke zin is het bijv.nw. juist?
(let op vorm + plaats)

A
C'est une tortue petit
B
C'est une tortue petite
C
C'est une petit tortue
D
C'est une petite tortue

Slide 19 - Quiz

In welke zin is het bijv.nw. juist?
(let op vorm + plaats)

A
C'est une tortue vert
B
C'est une tortue verte
C
C'est une verte tortue

Slide 20 - Quiz

In welke zin is het bijv.nw. juist?
(let op vorm + plaats)
A
C'est un pull belle
B
C'est un beau pull
C
C'est un belle pull

Slide 21 - Quiz

In welke zin is het bijv.nw. juist?
(let op vorm + plaats)

A
J'ai deux frères petits
B
J'ai deux petit frères
C
J'ai deux petits frères

Slide 22 - Quiz

Nog even iets anders
Het meervoud in het Frans (pj 54 in je tekstboek)

Zelfstandig naamwoord -> krijgt een -s
le, la, l'   (de, het)                  -> les


Slide 23 - Diapositive

Voorbeelden meervoud
enkelvoud          vertaling            meervoud                 vertaling

  • le garçon     =   de jongen          les garçons      =   de jongens
  • la fille            =   het meisje         les filles              =  de meisjes
  • l'hôtel            =   het hotel            les hôtels           =  de hotels

(deze opdracht zit ook in de toets)

Slide 24 - Diapositive

Wat is het meervoud van:
la passion

Slide 25 - Question ouverte

Wat is het meervoud van:
le joueur

Slide 26 - Question ouverte

Oefenen met het bijvoeglijk naamwoord

Ga naar Magister - online lesmateriaal Frans
Ga naar4.4 (chapitre 4 Leçon4)
Helemaal onderaan vind je de GRAMMATICATRAINER
Kies Bijvoeglijk Naamwoord
Maak de opgaven

Slide 27 - Diapositive

Zo goed ken ik het Franse bijvoeglijk naamwoord
010

Slide 28 - Sondage

Ook nog even oefenen
Gebruik de grammaticatrainer van 4.4 ook om te oefenen met
Ontkenning

Slide 29 - Diapositive

Et maintenant
Je hebt geoefend met  onderdelen van de toetsstof.
Er is meer dat geleerd moet worden.
De stof staat precies in de planner.
Kies zelf uit wat je het MINST goed kent.
Ga dat oefenen.
Gebruik daarbij weer de grammaticatrainer of
gebruik quizlet of kies een andere manier die voor jou werkt.

Slide 30 - Diapositive

Voor mijn inzet bij Frans vandaag geef ik mezelf .....
010

Slide 31 - Sondage

Maandag bij de Franse les, wil ik graag verder met .....

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive