4T Theme 2 - Grammar: Questions, Negations & Negative Questions

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

In this LessonUp

We're going to practice with grammar from Theme 2

Grammar 5

How do you form...

- Questions?

- Negations?

- Negative Questions? 

Lesson goals

At the end of this lesson you know how to make:

Questions 

Negative questions

Negations (ontkenningen)

Geef 2 voorbeelden van
Engelse hulpwerkwoorden

Hulpwerkwoorden in het Engels

to be (zijn): am | is | are| was | were | been

to have (hebben)  have | has | had

to do (doen): do | does | did | done

can (kunnen): can | could

may (mogen): may | might

must (moeten):  must

will (zullen):  will | would

shall (zullen):  shall | should

Is de persoonsvorm van een zin een hulpwerkwoord dan:

- mag je de persoonsvorm vooraan in de zin zetten om er een vraagzin van te maken.

- mag je not/ 'nt aan de persoonsvorm plakken.

She was late this morning.

Was she late this morning

She wasn't late this morning

Maar....

Is de persoonsvorm een gewoon werkwoord dan:

moet je het werkwoord to do gebruiken.

Tegenwoordige tijd? do/does + hele ww.

They go to school every day.

 Do they go to school every day?

They don't go to school every day.

en denk aan de verleden tijd!

didn't + hele ww.

They played football every weekend last year.

Did they play football every weekend last year?

They didn't play football every weekend last year.

Negative questions

Maak de zin eerst ontkennend.

Maak deze zin dan vragend - zet het hulpww vooraan + ondw.

They can dance very well. - They can't dance very well.

Can't they dance very  well?

They walked home last night - They didn't walk home last night.

Didn't they walk home last night?

Maak vragend:
They find English difficult.

Maak vragend:
They found English hard.

Maak vragend:
Tim talks a lot during class.

Maak vragend:
Pippa is a friendly girl.

Maak ontkennend:
They find English very difficult.

Maak ontkennend:
They found English very hard.

Maak ontkennend:
Tim talks a lot during class.

Maak ontkennend:
Pip is a very friendly girl.

Maak een ontkennende vraag:
They find English hard.

Maak een ontkennende vraag:
They found English hard.

Maak een ontkennende vraag:
Tim talks a lot during class.

Maak een ontkennende vraag:
Pip is a friendly girl.

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de