Een AED vervangt hartmassage dus je hoeft niets meer te doen
A
Juist
B
Fout
C
Ik weet het niet
D
Niet van toepassing
Slide 11 - Quiz
Wanneer het hart niet meer pompt maar fibrilleert (precies een flipperkast) dan kan een AED het fibrilleren omzetten naar pompen (normaal hartritme). Dit heet :
A
Reanimeren
B
Defibrilleren
C
Pacen
D
collaberen
Slide 12 - Quiz
Wanneer een vreemd voorwerp in oog of oor zit dan :
A
Haal je onmiddellijk het VV uit het oog of oor
B
Haal je NOOIT iets uit oog of oor, tenzij een klein vuiltje
C
Dan haal je enkel VV uit als het bloedt
D
Dan wacht je tot het er vanzelf uitvalt
Slide 13 - Quiz
Bij epilepsie kan er PLAATSELIJKE overprikkeling of VOLLEDIGE overprikkeling van de hersenen zijn.
A
Fout
B
Geen van beide
C
Altijd beide
D
Juist
Slide 14 - Quiz
Sommige films of series waarschuwen voor flitsende beelden. Dit kan uitlokkend werken voor mensen met epilepsie. Waar of niet waar?
Slide 15 - Question ouverte
Geef een ander woord voor 'een kleine epilepsie aanval'
A
kleine vallende ziekte
B
klein geval van epilepsie
C
petit mal
D
grand mal
Slide 16 - Quiz
Bij een 'petit mal' gaat de patiënt :
A
op de grond vallen
B
schuim via de mond verliezen
C
lijkt het SO er even niet bij te zijn, zonder dat hij daarbij valt (lijkt op dagdromen)
D
lijkt het SO verward en zal op de grond vallen
Slide 17 - Quiz
Bij een 'grand mal'
A
zal de patiënt plots het bewustzijn verliezen en spant hij ongewild z'n spieren op
B
het SO lijkt te dromen
C
het SO lijkt zeer nerveus en begint te schokken
D
het SO wordt nerveus en agressief
Slide 18 - Quiz
Bij epilepsie zie je volgende symptomen :
A
braken, misselijkheid, hoofdpijn
B
schokkende bewegingen, urineverlies, op tong bijten, wegdraaiende ogen