Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Biologie
Slide 1 - Diapositive
Wat is Biologie precies?
Wat studeren we in biologie?
Waarvoor wordt het gebruikt?
Bekende biologen?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is Bio?
Studie van álle levende organismen, hun werking, structuur, oorsprong, evolutie etc etc
Slide 4 - Diapositive
Wat kan je ermee?
Theoretische onderzoek ( Freek Vonk)
Praktisch gebruik (Geneeskunde, boeren, leraren etc.)
Slide 5 - Diapositive
Biologie Vragen!
Slide 6 - Diapositive
Een bloedbank verzameld bloedproducten om zieke mensen te behandelen. Welke cellen zijn aanwezig?
A
Rood bloed en blauw bloed
B
Bloedplaatjes, bloedplasma, witte en rode bloedcellen
C
Bloed, geel gal, zwart gal en slijm
D
Zuurstofarm bloed en zuurstofrijk bloed
Slide 7 - Quiz
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door het lichaam. Als jij bloedarmoede hebt; is (een deel hiervan) wat jij mist.
Deze zijn de kleinste bloedcellen en hebben geen celkern
Zij helpen bij de bloedstolling (vormen bijvoorbeeld het korstje op een wond)
Witte bloedcellen zijn de soldaten van het bloed, zij helpen mee met de verdediging van het lichaam.
Zij zijn deel van het Imuunsysteem
Slide 8 - Diapositive
Bloedplasma
Bloedplasma kan je zien als het "water" van het bloed.
Hier zit alles in:
Hormonen, glucose , de vorige bloedcellen etc
Slide 9 - Diapositive
Examenvraag!
Bloed bevat hormonen. Hormonen hebben effect op veel dingen in het lichaam. Welk bloedproduct bevat de meeste hormonen?
Geef nog geen antwoord!
Slide 10 - Diapositive
Bloed bevat hormonen. Hormonen hebben effect op veel dingen in het lichaam. Welk bloedproduct bevat de meeste hormonen?
A
Bloedplaatjes
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplasma
Slide 11 - Quiz
Chromosomen!
Wat zijn chromosomen?
Waar bevinden chromosomen zich?
Wat doen chromosomen nou precies?
Slide 12 - Diapositive
Wat?
Chromosomen zijn draadachtige structuren
Zij bevatten ons "recept" oftewel DNA
Een mens heeft gemiddeld gezien 46 chromosomen
Slide 13 - Diapositive
Waar
Chromosomen bevinden zich ín de celkern
Waar
Chromosomen bevinden zich ín de celkern
Slide 14 - Diapositive
Werking
Wat doen chromosomen?
Geslachtschromosomen bepalen of wij worden geboren met een vagina of een penis
Slide 15 - Diapositive
Geslachtschromosomen
Chromosomen X en Y
Je krijgt er één van je papa, één van je mama
Mama heeft XX papa heeft XY
Slide 16 - Diapositive
Uitzonderingen :)
Bio zou Bio niet zijn zonder uitzonderingen:
XXY (Kleinfelter syndroom)
XXX (Triple X syndroom)
47 chromosomen ipv 46 (Syndroom van Down)
etc
Slide 17 - Diapositive
Examenvraag!
Tijdens de zwangerschap kan er onderzoek gedaan worden naar de chromosomen van de baby. Het geslacht van de baby kan o.a. ook getest worden. Hoe kan je het geslacht van een kind in de chromosomen zien?
Geef nog geen antwoord!
Slide 18 - Diapositive
Tijdens de zwangerschap kan er onderzoek gedaan worden naar de chromosomen van de baby. Het geslacht van de baby kan o.a. ook getest worden. Hoe kan je het geslacht van een kind in de chromosomen zien?
Slide 19 - Question ouverte
Gedrag!
Biologen onderzoeken ook het gedrag van mens en dier.
De studie naar diergedrag noemen wij "ethologie"
Gedrag van mensen in Sociologie, Psychologie, Anthropologie en economie
Slide 20 - Diapositive
Waarom?
Waarvoor kan je kennis van menselijk gedrag gebruiken?
Waar gebruik je kennis van het gedrag van dieren?
Slide 21 - Diapositive
Wat is gedrag?
Slide 22 - Carte mentale
Gedrag...
Is alles wat een dier of mens doet
Is een reactie op prikkels
Komt tot stand door spieren en klieren
Heeft meestal een doel
Slide 23 - Diapositive
Prikkels
Inwendige prikkels
Uitwendige prikkels
Zoals honger, dorst en hormonen
Licht, geluid en temperatuur
Slide 24 - Diapositive
Onderzoek
Kijken
Schrijven
Verwerken
Herhalen
Slide 25 - Diapositive
Onderzoek gedrag
Kijken : Je gaat eerst kijken welk gedrag voorkomt en welke gedragselementen (Zoals het zitten van een hond)
Schrijven: Je maakt van de gedragselementen een ethogram
verwerken: Je maakt een protocol, wat betekend het
Herhalen: kan iemand anders dezelfde proef doen met hetzelfde resultaat?
Slide 26 - Diapositive
Ethogram
Lijst
Objectieve omschrijving
Gedragselementen
Afkortingen
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Protocol
Welk mens/dier
Waar
wanneer
Hoelang
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Examen vraag!
Onderzoekers observeren het gedrag van chimpansees en komen erachter dat verschillende gebaren voor communicatie worden gebruikt. Een deel van de resultaten:
Slide 31 - Diapositive
Hoe wordt deze tabel genoemd?
Slide 32 - Diapositive
Hoe wordt de tabel hierboven genoemd?
A
Protocol
B
Handleiding
C
Infogram
D
Ethogram
Slide 33 - Quiz
het andere deel van het ethogram
Wat betekend dit gedrag volgens het ethogram?
Slide 34 - Diapositive
Het gedrag dat werd afgebeeld betekend?
A
"ga weg!"
B
"stop daarmee!"
C
"Spring op mijn rug."
D
"vlooi mij"
Slide 35 - Quiz
Vragen?
Heb jij nog vragen aan mij over de les of iets anders?