5V T2 DNA herhaling

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Bouw DNA
DNA is opgebouwd uit nucleotiden. Een nucleotide is opgebouwd uit: 
stikstofbase, desoxyribose,  fosfaat. 
A-T baseparing 2 H-bruggen
C-G base paring 3H bruggen

Slide 2 - Diapositive

DNA replicatie
Binas

Slide 3 - Diapositive

Welke van de onderstaande uitspraken is/zijn juist?
A
DNA wordt gelezen van 3' naar 5'
B
Nieuwe nucleotiden binden aan de 3' kant.
C
De leidende streng wordt gemaakt m.b.v. Okazaki fragmenten
D
een RNA primer is zowel op de leidende als volgende streng nodig

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

DNA technieken - PCR
PCR

Slide 6 - Diapositive

Gelelektroforese
Techniek waarmee je DNA-fragmenten op grootte kunt scheiden

Slide 7 - Diapositive

DNA Technieken (3)
DNA-fingerprinting
Vergelijken DNA van personen d.m.v. gelelektroforese.

Restrictie-enzym: herkent en knipt een specifieke nucleotidenvolgorde

Fragmenten worden door gelelektroforese gescheiden en vergeleken.

Slide 8 - Diapositive

Van DNA naar eiwit

Stap 1: transcriptie
Van DNA naar pre-mRNA
Stap 2: RNA processing
Van pre-mRNA naar mRNA (functioneel mRNA)
Stap 3: translatie
van mRNA naar eiwit

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welk stuk RNA moet er bij de transcriptie van dit DNA gemaakt worden?
Kies de juiste. 
C
C
A
T
G
C
C
A
U
G
G
G
T
A
C
G
G
U
A
C

Slide 11 - Question de remorquage

Transcriptie vindt plaats langs welke DNA streng?
A
coderende streng
B
template streng

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Alleen in mitochondriën is het enzym DNA-polymerase-γ actief. Dit enzym
kopieert, controleert en repareert het mtDNA. Het gen voor dit enzym bevindt zich niet in de mitochondriën, maar in de celkern.
In een cel kunnen de volgende processen optreden:
1 replicatie; 2 splicing; 3 transcriptie; 4 translatie

Welke processen treden op en in welke volgorde om dit enzym te maken?
A
2-3-4
B
3-2-4
C
3-4-2
D
1-3-2-4

Slide 15 - Quiz

3' TACTGTCTGGAT 5' coderend
5' ATGACAGACCTA 3' template

Welk RNA wordt op basis hiervan gemaakt?
A
3' TACTGTCTGGAT 5'
B
5' AUGACAGACCUA 3'
C
5' UACUGUCUGGAU 3'
D
3' UACUGUCUGGAU 5'

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Vraag
Welke aminozuren worden aan elkaar gekoppeld op basis van dit stukje DNA? (Je hoeft geen rekening te houden met het startcodon.)
3' TACTGTCTGGAT 5' coderend
5' ATGACAGACCTA 3' template

Slide 18 - Diapositive

Welke aminozuren worden aan elkaar gekoppeld op basis van dit stukje DNA? (Je hoeft geen rekening te houden met het startcodon.)
3' TACTGTCTGGAT 5' coderend
5' ATGACAGACCTA 3' template

Slide 19 - Question ouverte

Genregulatie

Slide 20 - Diapositive

Genetische variatie - mutaties
Puntmutaties: substitutie / deletie / insertie
Genoommutatie: aantal chromosomen in de cel is veranderd.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Trisomie 21 kan zijn veroorzaakt door non-disjunctie tijdens meiose I of meiose II.
Nadat een bepaalde spermamoedercel meiose I en II heeft ondergaan is de verdeling van de chromosomen 21 over de vier gevormde spermacellen als volgt:
Wanneer heeft non-disjunctie plaatsgevonden?
A
Tijdens meiose I
B
Tijdens meiose II
C
Zowel tijdens meiose I als meiose II

Slide 23 - Quiz

Veranderingen in het DNA 
kunnen ook positief zijn. 
Door recombinatie en crossing-over ontstaat variatie.

Slide 24 - Diapositive

Dit was het! 

Slide 25 - Diapositive