6.1 STAPELDIAGRAMMEN

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 3

H6 Statistiek

Overzicht hoofdstuk

6.1 Stapeldiagrammen

6.2 Diagrammen

6.3 Diagrammen en tabellen combineren

6.4 Spreidingsbreedte en mediaan

6.5 Kwartielen

Leerdoel 6.1

Je leert werken met stapeldiagrammen.

In het staafdiagram zie je de gewonnen medailles van Nederland, Duitsland en Frankrijk op de Olympische winterspelen.

Stapeldiagram

Vaak worden meerdere gegevens in één staaf van een staafdiagram geplaatst. Je krijgt dan een stapeldiagram.

Stapeldiagrammen kun je horizontaal en verticaal tekenen.

Welke van deze provincies heeft de meeste slaapplaatsen in hotels?

1. Noord-Brabant
2. Zuid-Holland
3. Friesland
4. Gelderland

Op huisjesterreinen in Flevoland zijn er
.............. slaapplaatsen.

1. 8
2. 80
3. 800
4. 8000

Zeeland heeft naar verhouding ...........
slaapplaatsen op kampeerterreinen dan Gelderland.

1. meer
2. minder

In dit diagram zie je van drie automerken het aantal verkochte auto’s per kwartaal.

In het 1e kwartaal was
....... % van de verkochte auto's een Opel. Rond af op helen.

1. 32%
2. 31.8%
3. 40%
4. 40.5%

Leerdoel

Je leert werken met stapeldiagrammen.

Maken

& 6.1 Stapeldiagrammen (15 MIN)

Klaar? Pak je laptop!

Maak de rest van de opdrachten in lessonup!

Het stapeldiagram hiernaast gaat over de omzet van een garagebedrijf. Per kwartaal is af te lezen hoeveel procent van de omzet bestaat 

uit de verkoop van auto’s, 

onderhoud, banden en olie.

Welk gedeelte van de omzet neemt naar verhouding steeds af?

1. Het deel verkoop
2. Het deel olie
3. Het deel onderhoud
4. Het deel banden

In welk kwartaal is de omzet door onderhoud naar verhouding het grootst?

1. Het gedeelte onderhoud .
2. Het verkoop.
3. Het gedeelte banden.
4. Het gedeelte Olie .

Openvraag!!

Het onderdeel olie is in elk kwartaal 10%.

 Jason denkt dat dit betekent dat in elk kwartaal evenveel olie verkocht werd.

 Heeft Jason gelijk? Leg je antwoord uit.

Antwoord

Alleen als elk kwartaal de omzet even groot is, heeft Jason gelijk.

Openvraag 

De omzet is in het vierde kwartaal € 185.000,-.

 Bereken hoeveel euro de verkoop was in dit kwartaal.

Antwoord

20% van € 185.000,- is 185000 : 5 = € 37.000,-

THUIS

&6.1 AFMAKEN EN NAKIJKEN