Eten en Drinken
1 / 34
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Lien
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Lien
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Wat is dit?
A
de appel
B
de mandarijn
C
de sinaasappel
D
de citroen
Slide 13 - Quiz
Wat is dit?
A
de snoepjes
B
de groente
C
de koekjes
D
de vruchten
Slide 14 - Quiz
Wat is dit?
A
de appel
B
de banaan
C
de peer
D
de kiwi
Slide 15 - Quiz
Wat is dit?
A
de druiven
B
de driuven
C
de druifen
D
de driufen
Slide 16 - Quiz
A
zij pakt de koffie
B
zij roert in de koffie
C
zij drinkt de koffie
D
zij geeft de koffie
Slide 17 - Quiz
A
hij geeft de ui
B
hij pakt de uit
C
hij snijdt de ui
D
hij roert de ui
Slide 18 - Quiz
Wat is dit?
A
de druiven
B
het zout
C
de peper
D
de kruiden
Slide 19 - Quiz
A
het avondeten
B
het ontbijt
C
de groente
D
het fruit
Slide 20 - Quiz
Wat is dit?
A
het veulen
B
het rund
C
het varken
D
de big
Slide 21 - Quiz
Wat is dit?
A
de melk
B
de yoghurt
C
de boter
D
de kaas
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 24 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 25 - Question ouverte
Wat is dit?
Slide 26 - Question ouverte
A
de sla
B
de linzen
C
de mais
D
het koren
Slide 27 - Quiz
A
de sla
B
de tomaat
C
de ui
D
de iu
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Question ouverte
A
de sinasappel
B
de sinaasappel
C
de appel
D
de citroen
