Spijsvertering niv 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Spijsverteringsstelsel

HB.4sa

Week 1	Kennismaken. Intro AZK Cellen, weefsels, organen en stelsels
Week 2	Spijsverteringsstelsel
Week 3	Ziektebeelden spijsvertering/voedingsproblemen
Week 4	Urinewegstelsel

Week 5	Diabetes
Week 6	-
Week 7	-
Week 8	-
Week 9	-

Leerdoelen

Je leert: ​

1. de weg van het voedsel door het spijsverteringskanaal. ​
   
2. de plaats van de organen in het spijsverteringskanaal
3. de namen van de organen te benoemen 

Doel spijsvertering

Voedsel zo veranderen, zodat voedingsstoffen opgenomen kunnen worden in het bloed

Inname van voedsel ​

Fijn maken​

Verteren​

Transport​

Opname van voedingsstoffen in bloed​

Uitscheiden​

Opdracht

Kennismaken met anatomie:

1. Maak drietallen
   
2. Teken elkaar op ware grootte​
   
3. Teken hierin de weg die het eten aflegt
4. Benoem de organen die ermee te maken hebben
5. Schrijf erbij wat de functie van het orgaan is

Mond/keelholte

Gebit: 

Kauwen

  

Tong: 

Functie bij smaak, spraak en slikken​ 

Speeksel:

In speeksel zitten enzymen en deze breken zetmeel uit het eten af

Slokdarm

Zorgt dat voedsel vanuit de mond naar de maag gaat

Maag

Functies: ​

• Opslaan van water en voedsel​​
• Kneden van het voedsel​​
• Voedsel zit max 4 uur in de maag

Dunne darm

• 6 meter lang
• Sappen uit de galblaas en alvleesklier komen hier samen en helpen voedsel te verteren
• Voedingsstoffen worden hier opgenomen in het bloed

Naam 12 vingerige darm:

Lengte 20-25 cm = 12 vingerbreedtes lang

Naam nuchtere darm:

wanneer iemand dood is, dit deel van de darm leeg is (dus nuchter)

Dikke darm

• 1,5 meter lang
• Water wordt uit de voedselresten gehaald 
• Water gaat via de darmwand het bloed in 
• Laatste deel waar het voedselresten verzameld worden is de endeldarm

Opdracht

1. Ga na of je alle organen hebt gehad bij begin van de les
2. Verbeter hem
3. Zet bij elk orgaan de functie
4. Klaar? Maak in TM de opdrachten bij het boek profieldeel 1.6