Spreken

Presenteren... kun je leren!
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Presenteren... kun je leren!

Slide 1 - Diapositive

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Schrijf drie verschillen op.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Welke verschillen kun je noemen?

Slide 6 - Carte mentale

Wat zijn valkuilen bij presenteren?

Slide 7 - Question ouverte

Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?

Slide 8 - Question ouverte

Voorbereiding 
  • Maak een goede planning. 
  • Verzamel informatie. Gebruik de vragen die horen bij de opdracht! 
  • Maak keuzes.
















Slide 9 - Diapositive



  • Verdeel je materiaal over inleiding – middenstuk - slot.
  • Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere afbeeldingen).
  • Schrijf de presentatie uit via een schema en leer de presentatie aan de hand van sleutelwoorden. (je mag een spiekbriefje met sleutelwoorden gebruiken).
  • Let op: niet voorlezen!
  • Oefenen – oefenen - oefenen! 

Slide 10 - Diapositive

Opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 11 - Diapositive

Kun je een creatieve opening bedenken?

Slide 12 - Carte mentale

Creatieve opening

  • Citaat
  • Quiz
  • Raadsel
  • Humor
  • Anekdote (= grappig kort verhaaltje)
  • Bedankje
  • Een vraag aan je publiek
  • Enzovoorts...

Slide 13 - Diapositive

Wat is belangrijk aan je houding?

Slide 14 - Carte mentale

Houding
  • Sta met twee benen op de grond. 
  • Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
  • Je armen langs je lichaam. 
  • Rug recht, schouders naar achteren. 
  • Ogen het publiek in. 

Slide 15 - Diapositive

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie 

Slide 16 - Diapositive

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 17 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 18 - Quiz

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Tips voor gebruik van PowerPoint, Prezi, Google presentaties:

  • Gebruik niet teveel slides en zo min mogelijk tekst.
  • Oefen de presentatie met de slides. 
  • Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als versiering. Te druk kan afleiden!

Slide 20 - Diapositive

Tips tijdens de presentatie
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 
  • Zorg voor een logische indeling (inleiding- middenstuk- slot).
  • Gebruik duidelijke  en korte zinnen.

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag!
Maak een presentatie van één minuut over een voorwerp dat je zelf dagelijks gebruikt. 
1. Noteer je onderwerp
2. Bedenk drie vragen die je in je presentatie wil beantwoorden.
3. Hoe komen jouw slides eruit te zien? Maak een korte PowerPoint bij de presentatie
4. Bedenk een korte opening en een slotzin

Slide 22 - Diapositive

Spreekdoelen
  • Informeren
  • Instrueren
  • Overtuigen

Slide 23 - Diapositive

Afstemmen op publiek
  • Taalgebruik
    - informeel
    - formeel
  • Voorkennis van het publiek
    - voldoende uitleg
    - vaktermen gebruiken of vermijden/uitleggen

Slide 24 - Diapositive

Spreekvaardigheid
  • Actieve spreekhouding en oogcontact
  • Stemgebruik
    - volume
    - articulatie
    - spreektempo (gebruik af en toe een spreekpauze)
    - intonatie (benadruk belangrijke informatie)

Slide 25 - Diapositive

De inhoud voorbereiden
Stappenplan presentatie voorbereiden
  1. Ga na wat je onderwerp is, wie je publiek is en wat je doel is.
  2. Bepaal de deelvragen/deelonderwerpen.
  3. Zoek en selecteer informatie.
  4. Bepaal de inhoud van inleiding, middenstuk en slot en maak een spreekschema.

Slide 26 - Diapositive

Structuur
Opbouw van een presentatie:
  1. introductie
    jezelf voorstellen
  2. inleiding > aandacht van het publiek trekken
    introductie onderwerp,
    uitleg opbouw presentatie,
    doel van de presentatie

Slide 27 - Diapositive

Structuur
Opbouw van een presentatie:
  1. middenstuk
    informatie over onderwerp/deelonderwerpen
  2. slot
    samenvatting of antwoord op de vraag
  3. afsluiting
    publiek bedanken en gelegenheid voor vragen geven

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Samenhang aanbrengen
Gebruik signaalwoorden/signaalzinnen, zodat de delen van de presentatie logisch op elkaar aansluiten.

  • 'Ik zal eerst uitleggen wat zorgrobots precies zijn.'
  • 'Nu jullie weten welke soorten robots in de zorg worden gebruikt, wil ik graag bespreken welke taken zorgrobots kunnen uitvoeren.'

Slide 30 - Diapositive

Een digitale presentatie maken
  • Zet niet te veel informatie op een dia.
  • Houd de achtergrond van de dia's rustig.
  • Gebruik een duidelijk lettertype.
  • Maak geen taalfouten.
  • Als je foto's/afbeeldingen gebruikt op de dia's, betrek deze dan ook in je verhaal.

Slide 31 - Diapositive

Voorbereiden op vragen

Slide 32 - Diapositive

Presentatie oefenen

Slide 33 - Diapositive

Oefenexamen
  • Lees de opdracht.
  • Bereid je presentatie voor.
  • De volgende les ga je jouw presentatie geven.

Slide 34 - Diapositive

Examen Spreken
  • In de les van ....... krijg je de opdracht voor het examen Spreken. Dan heb je dus een week om je voor te bereiden.
  • De presentatie moet 5 tot 7 minuten duren.
  • Daarna worden er een aantal vragen gesteld (valt buiten de
    5 - 7 minuten).
  • Je moet een PowerPoint gebruiken.

Slide 35 - Diapositive

Beoordeling
De presentatie wordt beoordeeld op:
  • inhoud
  • structuur
  • Toon en woordgebruik
  • spreekvaardigheid
  • digitale presentatie
Let ook op de tijd! 

Slide 36 - Diapositive