H3a H5+ H6
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe ontstaat fossiele brandstof?
A
Door het mengen van lucht en water ondergronds.
B
Door de directe omvorming van metalen in de aardkorst onder invloed van hitte.
C
Miljoenen jaren geleden zijn planten- en dierenresten door chemische reacties omgezet in de stoffen
Slide 2 - Quiz
Welke 3 fossiele brandstoffen zijn er?
A
biobrandstoffen
B
aardolie, aardgas en steenkool
C
aardgas, aardolie en koolstof
D
zout, zand en klei
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de meest voorkomende stoffen in aardolie
A
zuurstofverbindingen
B
stikstofverbindingen
C
waterstofverbindingen
D
koolstofverbindigen
Slide 4 - Quiz
Wat zijn organische verbindingen?
A
Het bevat minstens een C-atoom
B
Het bevat plantdelen
C
Het bevat minstens een o-atoom
D
Het bevat dierlijke restdelen
Slide 5 - Quiz
Waarop is destillatie gebaseerd
A
Verschil in deeltjesgrootte
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in smeltpunt
D
Verschil in dichtheid
Slide 6 - Quiz
Welke uitspraak over de destillatie toren is juist
A
Hoe hoger in de toren, hoe lager de temperatuur
B
hoe hoger in de toren, hoe hoger de temperatuur
C
hoe lager in de toren, hoe lager in de temperatuur
Slide 7 - Quiz
Stoffen met een hoog kookpunt condenseren...
A
lager in de toren
B
hoger in de toren
Slide 8 - Quiz
grote moleculen komen...
A
onder in de toren
B
boven in de toren
Slide 9 - Quiz
Er bestaan 7 fracties, elke fractie is een..
A
suspensie
B
zuivere stof
C
emulsie
D
mengsel
Slide 10 - Quiz
bij het kraken van C20H42(s) ontstaat er C9H20(l), C7H14(l) en ?
A
C7H4
B
C3H9
C
C4H8
D
C8H2
Slide 11 - Quiz
De monomeermoleculen worden in een chemische reactie samengevoegd tot een groot molecuul, dit proces is
A
monomerisatie
B
ontleding
C
verhitten
D
polymerisatie
Slide 12 - Quiz
het polymeer dat ontstaan is uit de polymerisatie van heel veel etheenmoleculen heet..
A
mono-etheen
B
ethanol
C
etheen
D
polyetheen
Slide 13 - Quiz
welke van de 2 wordt zacht bij verwarmen?
A
thermoharder
B
thermoplast
Slide 14 - Quiz
Wat gebeurt er niet als je een thermoharder verhit
A
wordt harder
B
komen er gassen vrij
C
gaat ontleden
D
wordt zwart
Slide 15 - Quiz
De polymeermoleculen van een thermoharder zitten aan elkaar vast met...
A
van der waalskracht
B
crosslinks
C
waterstofbruggen
Slide 16 - Quiz
Sachariden horen bij
A
Vetten
B
eiwitten
C
Koolhydraten
Slide 17 - Quiz
wat is onjuist over verzadigde vetten
A
zijn vast bij kamertemperatuur
B
hebben een dubbele binding
C
te veel is niet gezond
