3.3 - Een productie voorbereiden

3.3 - Een productie voorbereiden
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.3 - Een productie voorbereiden
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Diapositive


In een brandstofmotor reageert vloeibaar benzine met zuurstof. Bij een volledige verbranding ontstaan dan waterdamp en koolstofdioxide. Geef hiervan het reactieschema.

Slide 2 - Question ouverte


Bij de elektrolyse van een oplossing van koperchloride ontstaan vast koper en gasvormig chloor. Geef hiervan het reactieschema.

Slide 3 - Question ouverte

Stappenplan reactieschema
1. Zoek alle namen van de beginstoffen op.
2. Zoek alle namen van de reactieproducten op.
3. Zet alle beginstoffen voor de pijl.
4. Zet alle reactieproducten achter de pijl.
5. Noteer de fase van de stof (s, l, g, aq)

Slide 4 - Diapositive

Rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
Verhouding is dan 250 / 50 is het zelfde als 5 : 1   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 5 - Diapositive

Salmiak maken
waterstofchloride (g) + ammoniak (g) --> salmiak (s)
Het blijkt dat 36 gram waterstof precies met 17 gram ammoniak reageert.
Volgende de wet van behoud van massa ontstaat er dan 53 gram salmiak (36 + 17 = 53 gram).
De massaverhouding is dan 36 : 17 = of te wel 2,1 : 1,0. 

Slide 6 - Diapositive

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 7 - Diapositive

Wat houdt de wet van Lavoisier in?
  • Het is de wet van behoud van massa. 
  • Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

broodje + hamburger (2x) + sla + saus -> hamburger

Slide 10 - Diapositive

Hulpmiddel om te rekenen
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1 van het oefenblad
Natriumkorrels reageren met zuurstof en hierbij ontstaat de vaste stof natriumoxide. De verhouding waarbij natrium reageert met zuurstof is 4,5: 1,0.

 
1. Geef het reactieschema van deze opdracht.
2. Bereken hoeveel gram natriumoxide er kan ontstaan als er 39 gram zuurstof is.

Slide 12 - Diapositive

Kies één van de twee routes
Route 2: "Ik begrijp het nog niet"
  • Gezamenlijk 
  • Opdrachten van oefenblad opdracht 1 t/m 6

Route 1: "Ik begrijp het!"
  • Zelfstandig (stil!)
  • Maken oefenblad opdracht 1 t/m 6

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 2 van het oefenblad
Kaliumkorrels reageren met chloorgas in de verhouding 2,1 : 1,0 tot de vaste stof kaliumchloride. Hoeveel gram kaliumkorrels is er nodig om 340 gram kaliumchloride te vormen?

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 3 van het oefenblad
Bij de elektrolyse van koperoxide ontstaan vloeibaar koper en zuurstof.
In de verhouding 1,5 : 3,2. Hoeveel gram koperoxide was er aanwezig als er 50 gram koper ontstaat?

Slide 15 - Diapositive

3.3 - Een productie voorbereiden
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 16 - Diapositive

Kies één van de twee routes
Route 2: "Ik begrijp het nog niet"
  • Mee doen met uitleg over reactieschema's, massa berekeningen en overmaat/ondermaat.

Route 1: "Ik begrijp het!"
  • Zelfstandig (stil!)
  • Maken, nakijken en verbeteren opdrachten van §3.3 
  • Lezen paragraaf §3.4
  • Maken, nakijken en verbeteren opdrachten van §3.4

Slide 17 - Diapositive

Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?

Entree ticket - Oefening

Slide 18 - Diapositive


Bij de elektrolyse van een oplossing van koperchloride ontstaan vast koper en gasvormig chloor. Geef hiervan het reactieschema.

Slide 19 - Question ouverte


In een brandstofmotor reageert vloeibaar benzine met zuurstof. Bij een volledige verbranding ontstaan dan waterdamp en koolstofdioxide. Geef hiervan het reactieschema.

Slide 20 - Question ouverte


Kaliumchloraat zit op de kop van een lucifer. Kaliumchloraat reageert. Er ontstaan twee stoffen vast kaliumchloride en zuurstof. Geef het reactieschema.

Slide 21 - Question ouverte

Bij de reactie van vast natrium en gasvormig chloor ontstaat vast natriumchloride.
Geef hiervan het reactieschema

Slide 22 - Question ouverte

Salmiak ontstaat door waterstofchloridegas te laten reageren met ammoniakgas.
Geef hiervan het reactieschema

Slide 23 - Question ouverte

Wat is deze leerling vergeten?
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30

Slide 24 - Diapositive

Zoek twee fouten die deze leerling heeft gemaakt.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30

Slide 25 - Diapositive

Zoek in deze opdracht 3 fouten en 1 goed punt op.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
1:00

Slide 26 - Diapositive

Stel je kan drie punten krijgen. 
1. Juiste reactieschema.
2. Juiste berekening. 
3. Juiste antwoord + eenheid.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30
Hoeveel punten krijgt deze leerling van jullie?

Slide 27 - Diapositive

Wat is de "grappige" fout die hier wordt gemaakt?
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30

Slide 28 - Diapositive

Overmaat 
en ondermaat

Slide 29 - Diapositive

Overmaat en ondermaat
Voor cupcakes meng je 200 g meel met 150 g suiker. 
De verhouding is dus 1,33 : 1,0
Als je 500 g meel hebt en 150 gram suiker. Dan blijft er 500 - 200 = 300 g meel over. 
Je hebt een overmaat van 300 gram. 

Slide 30 - Diapositive

Overmaat en ondermaat
De productie van salmiak werkt als volgt: waterstofchloride (g) reageert met ammoniak (g) en hierbij ontstaat salmiak (s). De massa verhouding is 2,1 : 1,0.
Bijv. 210 gram waterstofchloride en 100 gram ammoniak.
Voeg je 250 gram waterstofchloride toe dan blijft er 250 - 210 = 40 g  waterstofchloride over DE OVERMAAT!

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive

Natrium en chloride reageren met elkaar tot natriumchloride. De massaverhouding is 1:4
Je wil met 14,3 gram chloride werken. Hoeveel gram natrium heb je nodig?

Slide 34 - Question ouverte

Natrium en chloride reageren met elkaar tot natriumchloride. De massaverhouding is 1:4
Je wil hebt 26,4 gram chloride en 3,67 gram natrium. Welke stof is in overmaat?

Slide 35 - Question ouverte