Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden
Naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden
Grammatica 4.7
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Naamwoordelijk gezegde en koppelwerkwoorden
Grammatica 4.7
Slide 1 - Diapositive
Vorige week
Hoofdstuk 3 afgerond
4.5 woorden
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 samen gaan we voor de toets nog herhalen
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Het naamwoordelijk gezegde en het koppelwerkwoord
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
werkwoordelijk gezegde <-> naamwoordelijk gezegde
In het Nederlands heb je twee soorten zinnen.
Zinnen waarin iemand
iets doet. = werkwoordelijk gezegde
Zinnen waarin iemand
iets is. = naamwoordelijk gezegde
Slide 5 - Diapositive
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Katrien is moe.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 6 - Quiz
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Ze heeft hard gewerkt.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quiz
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Zij dacht aan haar grote zachte bed met haar warme deken en haar grote hoeveelheid knuffels.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 8 - Quiz
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Later wordt Katrien slaapspecialist.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
WG NG
- DOE-zin
- Actie/handeling
- het OW
DOET
iets
- alleen maar werkwoorden
- er kan een LV in staan
- ZIJN-zin
- een vorm van zijn (KWW)
- Het OW
IS
iets
- bestaat uit werkwoorden
én naamwoorden (ZN of BN
--> eigenschap/kenmerk
van het OW)
- bevat nooit een LV
Slide 10 - Diapositive
koppelwerkwoorden (1/2)
Koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
(heten, dunken, voorkomen)
Als je deze uit je hoofd leert, kan het makkelijker worden om het naamwoordelijk gezegde te herkennen.
Slide 11 - Diapositive
koppelwerkwoorden (2/2)
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Bij zinnen met een naamwoordelijk gezegde kun je de koppelwerkwoorden met elkaar verruilen.
Ik ben docent.
Ik word docent.
Ik blijf docent.
Ik blijk docent.
Ik lijk docent.
etc..
Slide 12 - Diapositive
Naamwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp
Een naamwoordelijk gezegde heeft
nooit
een lijdend voorwerp!
Kijk maar:
Ik /
eet
/ een mandarijn. Ik / ben een mandarijn.
ow: ik ow: ik
wg: eet ng: ben [een mandarijn]
lv: een mandarijn lv: -
Slide 13 - Diapositive
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?
Die ijverige Hendrik bleek de beste van de klas met wiskunde.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.
Slide 14 - Quiz
Ik ken het verschil tussen een WG en een NG.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 15 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling zinsdelen
Janvier 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Naamwoordelijk gezegde
Mars 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H1.7 - Naamwoordelijk gezegde
Décembre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
H.2 Naamwoordelijk gezegde
Octobre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Naamwoordelijk gezegde
Septembre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
H.2 Naamwoordelijk gezegde
Octobre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
H.2 Naamwoordelijk gezegde
Janvier 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3
H.2 Naamwoordelijk gezegde
Avril 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1-3