Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 3.3 eenheden en grootheden
Eenheden en grootheden herhaling
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Eenheden en grootheden herhaling
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
- Even weer herhalen met wat MC opgaves
- Eenheden en grootheden --> tabel invullen
- meer specifiek een handigheidje om met dichtheid te rekenen (maar ook nuttig voor rekenen met andere eenheden).
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van de les kun je
- Rekenen met dichtheid
- heb je de grootheden en eenheden tabel ingevuld
- mol naar gram + concentratie + volume gassen + aantal deeltjes en andersom
Slide 3 - Diapositive
Ik heb 2,5 gram zwaveldioxide, hoeveel deeltjes zijn dat?
A
2,5
B
64,06
C
4,53 * 10 ^23
D
2,35 * 10 ^22
Slide 4 - Quiz
Ik heb 5,0 gram stikstofdioxide gas bij 273 K en normale druk. Hoeveel mL gas is dit? (je hoeft niet op significantie te letten voor nu)
A
112 mL
B
2,43 mL
C
2434 mL
D
112000
Slide 5 - Quiz
Ik heb 12 mol water. Hoeveel Liter is dit? je hoeft even niet op significantie te letten
A
0,000217
B
0,217
C
216,6
Slide 6 - Quiz
Grootheden
Een grootheid is iets wat je kunt meten (bijvoorbeeld 'lengte')
Voorbeelden van grootheden zijn: lengte, breedte, hoogte, afstand , tijd , snelheid , gewicht , inhoud , geluidssterkte , temperatuur, etc.
De grootheid staat altijd voor het getal.
Slide 7 - Diapositive
Eenheden
een eenheid is de maat waarmee je meet (bijvoorbeeld 'meter')
Voorbeelden van eenheden zijn 'meter','vierkante meter', 'kubieke meter', 'seconden', 'minuten', 'graden Celsius' en 'meter per seconde'.
Een eenheid is gemakkelijk te herkennen doordat we het achter een getal kunnen plaatsen.
Slide 8 - Diapositive
Probleem:
Binnen de scheikunde en ook natuurkunde staan veel gegevens in verschillende soorten eenheden.
hoe ga je daar mee om?
Een goed voorbeeld is rekenen met dichtheid
ik laat je zien hoe ik het doe, maar als je een andere methode hebt die ook werkt mag dat uiteraard ook
Slide 9 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 1. Zoek de dichtheid in de BiNaS
Slide 10 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 1. Zoek de dichtheid in de BiNaS
0,79 * 10
3
kg/m
3
Stap 2. Kijk of je massa x of : dichtheid moet doen
Slide 11 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 1. Zoek de dichtheid in de BiNaS
0,79 * 10
3
kg/m
3
Stap 2. Kijk of je massa x of : dichtheid moet doen
we moeten :
stap 3. Zet het geen wat je hebt gekregen (60 gram) om naar een eenheid die in de dichtheid staat --> kg
Slide 12 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 1. Zoek de dichtheid in de BiNaS
0,79 * 10
3
kg/m
3
Stap 2. Kijk of je massa x of : dichtheid moet doen
we moeten :
stap 3. Zet het geen wat je hebt gekregen (60 gram) om naar een eenheid die in de dichtheid staat --> kg
60/1000 = 0,06 kg
Slide 13 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 3. Zet het geen wat je hebt gekregen (60 gram) om naar een eenheid die in de dichtheid staat --> kg
60/1000 = 0,06 kg
stap 4. ga naar volume --> 0,06 kg / 0,79 * 10
3
kg/m
3
= 0,0000759
Slide 14 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 3. Zet het geen wat je hebt gekregen (60 gram) om naar een eenheid die in de dichtheid staat --> kg
60/1000 = 0,06 kg
stap 4. ga naar volume --> 0,06 kg / 0,79 * 10
3
kg/m
3
= 0,0000759
Stap 5. de eenheid van je antwoord is de eenheid van de dichtheid die overblijft --> m
3
Slide 15 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
stap 4. ga naar volume --> 0,06 kg / 0,79 * 10
3
kg/m
3
= 0,0000759
Stap 5. de eenheid van je antwoord is de eenheid van de dichtheid die overblijft --> m
3
0,0000759 m
3
stap 6. Ga naar de gewenste eenheid --> mL (cm
3
)
Slide 16 - Diapositive
Stel: je hebt 60 gram aceton, hoeveel mL is dat?
0,0000759 m
3
stap 6. Ga naar de gewenste eenheid --> mL (cm
3
0,000759 * 10
6
= 75,95 mL
je bent klaar
Dit kun je voor alles gebruiken (ook g/mol of L/mol etc etc)
Slide 17 - Diapositive
Wil je liever de dichtheid omzetten naar de juiste eenheid? dat mag natuurlijk maar hier maak je veel sneller fouten mee. dus check altijd je antwoord
Slide 18 - Diapositive
Goed test jezelf: hoeveel mL olijfolie heb je als je 250 gram hebt?
Slide 19 - Diapositive
Je hebt 500 mL methanol, hoeveel deeltjes zijn dit?
Slide 20 - Diapositive
Weektaak
Bestuderen Hoofdstuk 3.3 uit het boek (blz74&75)
Maken opdracht 31 t/m 33 en 35 uit het boek (blz 76) of in de online omgeving
Maken opdrachten over grootheden en eenheden (stencil wordt uitgedeeld en is digitaal te vinden op Google Classroom)
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Hoofdstuk 4,1 voorkennis significantie en dichtheid
Décembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.4 Eenheden, significantie & Dichtheid
Juillet 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
§1.1 Dichtheid
il y a 12 jours
- Leçon avec
40 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§1.1 Dichtheid
Septembre 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§1.1 Dichtheid
il y a 10 jours
- Leçon avec
40 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HEY 4.4 Percentage, ppm en ppb
il y a 15 jours
- Leçon avec
20 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Klas 4H - §4.4 - Percentage ppm ppb
Février 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
voorkennis en 4.1 Eenheden, significantie & Dichtheid
Novembre 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4