19-11-2024

19-11-2024
negentien november tweeduizendvierentwintig
dinsdag
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

19-11-2024
negentien november tweeduizendvierentwintig
dinsdag

Slide 1 - Diapositive

start lesdag
- pak je schrift, je pen en een laptop
- log in bij lessonup

Slide 2 - Diapositive

rooster
inloop
1e
doelen: vorige week, nieuwe week
Spreken: lange zinnen, voegwoorden gebruiken
Spreektoetsen: Yana & Linda
2e
Rekenen - potlood en gum mee
3e
Kijken & luisteren - het journaal - Sinterklaasjournaal
Spreektoets: Bilal & Oleksandr
4e
Kijken & luisteren: Speculasies.
reflecteren, afronden en opruimen
corvee: Eyad & Oleksandr
5e
geen les - direct naar huis
6e
-

Slide 3 - Diapositive

doelen van de vorige week
2
Ik kan vertellen over mijn familie
2
Ik kan een beschrijving geven van een persoon
2
Ik kan het nieuws over sport begrijpen
2
Ik ken en kan de cijfers in het Nederlands
2
Ik kan spellen in het Nederlands
2
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands
2
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
2
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
2
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
2
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 4 - Diapositive

opdracht
- pak je doelenformulier
- geef jezelf een cijfer voor het einde van de week

Slide 5 - Diapositive

opdracht
- ben je beter geworden?
- wat heb je daar voor gedaan?
- welk bewijs heb je ervoor?

Slide 6 - Diapositive

doelen van de nieuwe week
3
Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
3
Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
3
Ik kan het nieuws over politiek SPORT begrijpen
3
Ik ken en kan rekenen in het Nederlands
3
Ik kan spellen in het Nederlands
3
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
3
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
3
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
3
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
3
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 7 - Diapositive

opdracht
- geef jezelf een begincijfer 
(Waar sta je nu op een schaal van 0-10?)

Slide 8 - Diapositive

Spreken
doel: 
- Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
- Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
- Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
- Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd

Slide 9 - Diapositive

opdracht
Je krijgt een voorwerp toegewezen.
Over dit voorwerp moet je in 1 minuut zoveel mogelijk vertellen.
Denk eraan dat je hoofd- en bijzinnen gebruikt.
Denk eraan dat je voegwoorden gebruikt

voegwoorden:
woorden die zinnen aan elkaar plakken.
bijv.: omdat, want, en, maar, toen, terwijl, zodat, dus,....

Slide 10 - Diapositive

timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

opdracht
je krijgt nu een voorwerp en een persoon.
je moet ze aan elkaar koppelen en 1 minuut over persoon en voorwerp vertellen.
Kijk mee naar het voorbeeld.

Slide 15 - Diapositive

oma
pijl en boog
oma pijl en boog

Slide 16 - Diapositive

nu jij

Slide 17 - Diapositive

timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

opdracht
we kijken ter afsluiting naar een filmpje over voegwoorden.
Schrijf de voegwoorden op die je in het filmpje hoort/ziet.
Het zijn er 13.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

reflectie op spreken
doel: 
- Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
- Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
- Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
- Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd

Slide 23 - Diapositive

Rekenen
potlood en gum mee

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Kijken en luisteren
doel:
- Ik kan het nieuws over SPORT begrijpen
- Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
- Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

schrijf 3 woorden op die met rugby te maken hebben

Slide 28 - Carte mentale

opdracht
- wat is het grote verschil tussen voetbal en rugby volgens Jimmy? 
- wat wordt er gedaan om ouders de spelregels van rugby te leren?
- welke vijf punten zijn belangrijk bij rugby?

Slide 29 - Diapositive

antwoord
- respect
- bingo met regels
- kameraadschap, discipline, passie, respect, sportiviteit

Slide 30 - Diapositive

opdracht
- zoek uit wat deze 5 woorden betekenen. Vind de juiste vertaling in jouw eigen taal.

Slide 31 - Diapositive

fragment 2
Nationaal feest in Nederland
Sinterklaas
Kinderfeest - spannend, kadootjes, gedichtjes

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

opdracht
- schrijf 3 dingen op die niet goed zijn gegaan bij de aankomst van Sinterklaas
timer
1:00

Slide 34 - Diapositive

fragment 3
Speculasies
- parodie
- shownieuws/boulevard

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

opdracht
- waarom is de Hoofdpiet zo geweldig?
- wat mag je doen als Sinterklaas weer in het land is?
- wat bestuurt Pieterbaas?
- waarom is het een probleem dat de fietsen op slot staan?

Slide 37 - Diapositive

reflectie Kijken en Luisteren
doel:
- Ik kan het nieuws over SPORT begrijpen
- Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
- Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Schrijven
doel:
- Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
- Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
- Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken

Slide 40 - Diapositive

opdracht
- ga verder met je presentatie
- je moet allebei minimaal 2 minuten en maximaal 3 minuten spreken voor de klas
- je mag NIET voorlezen
- je zorgt dat je alle woorden kent die je gebruikt
timer
1:00:00

Slide 41 - Diapositive

afronden
reflecteren op de dag
- welk bewijs heb je voor leren?
- waar ben je trots op?

Slide 42 - Diapositive

geef 3 woorden die je vandaag geleerd hebt

Slide 43 - Question ouverte

aan welk doel heb jij vandaag het meeste gewerkt? welk bewijs heb je daarvoor?

Slide 44 - Question ouverte

Waar ben jij trots op vandaag?

Slide 45 - Question ouverte

opruimen
spullen in je postvak
laptop aan de laders
spullen van de grond

corvee: Eyad & Oleksandr

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive