Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Let op:
Bedenk wat de ik-vorm is. Er kan alleen een -T achter komen, geen DT. Dan eindigt de ik-vorm op een D.
Er kan geen D achter komen.
Dus: Ik word - hij wordT, ik vind - het vindT
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Let op:
Bedenk wat de ik-vorm is. Er kan alleen een -T achter komen, geen DT. Dan eindigt de ik-vorm op een D.
Er kan geen D achter komen.
Dus: Ik word - hij wordT, ik vind - het vindT
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 3 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij zwaait
B
hij zwaaid
Slide 4 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij vindt
B
hij vind
Slide 5 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij onthoud
B
hij onthoudt
Slide 6 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... je dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden
Slide 7 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik ......(geven) het terug.
A
geef
B
geeft
C
gaf
Slide 8 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De vliegtuigen ....... op tijd.
A
land
B
lande
C
landen
D
landden
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Zij ______________ (melden)
A
meldt
B
meld
Slide 10 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 11 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
Slide 12 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De leraar (vinden) dat jij goed gewerkt hebt.
A
vind
B
vindt
Slide 13 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) je broer morgen al 18 jaar?
A
word
B
wordt
Slide 14 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) je broers morgen al 18 jaar?
A
worden
B
wordt
Slide 15 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De mensen (lopen) naar het schilderij?
A
loopt
B
lopen
Slide 16 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
persoonsvorm tegenwoordige tijd
Octobre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Taalverzorging H2.1 persoonsvorm tegenwoordige tijd
Octobre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Taalverzorging H1 werkwoordspelling - pvtt
Octobre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Taalverzorging H2.1 persoonsvorm tegenwoordige tijd
Mars 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3F Werkwoordspelling tt
Février 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm tegenwoordige tijd: -d of -dt
Mars 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
HBO
Studiejaar 3
Spelling werkwoorden (pvtt en pvvt)
Décembre 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1