Cursus 2.1: Klimaten en plantengroei

2.1: klimaat en plantengroei
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.1: klimaat en plantengroei

Slide 1 - Diapositive

Wat is juist?
A
Het klimaat is het weer in een groot gebied
B
Het klimaat is het weer over een lange tijd
C
Weer en klimaat zijn hetzelfde
D
Het klimaat is het weer in een groot gebied over een langere tijd

Slide 2 - Quiz

Wat zijn klimaatgebieden?
A
Vijf grote gebieden op aarde waarin het weer op elkaar lijkt
B
Dat zijn gebieden waar het weer veel verandert in een jaar
C
Die bestaan niet

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je regen, sneeuw, hagel en mist ook wel?
A
Het weer
B
Het klimaat
C
De neerslag

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Verschillende klimaten
Er zijn verschillende klimaten die op verschillende plekken voorkomen. Dat noemen we ligging.

Slide 6 - Diapositive

Ligging dicht bij of ver van de evenaar
Bij de evenaar is het warm, omdat de zonnestralen daar recht op de aarde vallen --> warme klimaten
In gebieden die ver bij de evenaar vandaan liggen is het kouder. De zonnestralen moeten een langere weg afleggen en ze vallen schuiner op de aarde --> koude klimaten

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Ligging dicht bij of ver van de zee
Zeewater wordt minder snel warm dan land. In de zomer is zeewind daarom koel. In de winter is het zeewater warmer dan het land. Zeewind brengt dan natte lucht naar het land. Ophet land valt dan regen.
Het temperatuurverschil in de zomer en winter is daarom minder groot voor landen dicht bij zee i.p.v. landen ver van de zee vandaan.

Slide 9 - Diapositive

Verschil in hoogteligging
De aarde straalt warmte uit. Op hoge bergtoppen zijn de temperaturen gemiddeld onder het vriespunt. 
Hoe hoger je komt, hoe kouder het daardoor wordt.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bij de evenaar is het warm omdat de zonnestralen daar recht op aarde vallen
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Tropische klimaten liggen vlak bij de evenaar
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Vlak bij de noordpool vallen de zonnestralen recht op de aarde
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

In de zomer neemt wind van zee warme lucht mee naar het land
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De aarde straalt warmte uit. Hoe hoger je klimt op een berg, hoe warmer het wordt
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Vijf klimaatgebieden

Slide 17 - Diapositive

Tropische klimaat
Dit zijn gebieden waar het warm is en waar veel neerslag valt.
Bijvoorbeeld: Brazilië

Slide 18 - Diapositive

Droge klimaten
Droge klimaten vind je in de woestijnen. Je noemt het ook wel woestijnklimaat. 
Bijvoorbeeld: Niger

Slide 19 - Diapositive

Zeeklimaten
De winters zijn er zacht en het vriest er niet vaak. De zomers zijn koel. Er valt het hele jaar door veel neerslag.
Bijvoorbeeld: Nederland

Slide 20 - Diapositive

Landklimaten
Gebieden met warme zomers en koude winters waar minder neerslag valt dan in een zeeklimaat.
Bijvoorbeeld: Rusland

Slide 21 - Diapositive

Koud klimaat
Gebieden waar het vaak vriest. 
Bijvoorbeeld: Groenland

Slide 22 - Diapositive

Kies het goede bij:
Klimaat met hoge temperaturen en veel neerslag
A
Tropisch klimaat
B
Zeeklimaat
C
Koud klimaat
D
Koud klimaat

Slide 23 - Quiz

Kies het goede bij:
Klimaat waar het vaak vriest
A
Tropisch klimaat
B
Landklimaat
C
Koud klimaat
D
Zeeklimaat

Slide 24 - Quiz

Kies het goede bij:
Klimaat met warme zomers en koude winters
A
Tropisch klimaat
B
Koud klimaat
C
Landklimaat
D
Zeeklimaat

Slide 25 - Quiz

Kies het goede bij:
Klimaat met zachte winters en koele zomers; er valt veel neerslag
A
Zeeklimaat
B
Koud klimaat
C
Tropisch klimaat
D
Landklimaat

Slide 26 - Quiz

Plantenzones
Elk klimaatgebied heeft planten die vooral in dat gebied voorkomen en in andere klimaatgebieden minder. Dit noem je plantenzones
In de verschillende landschapzones werken planten, dieren, bodem, water en lucht op elkaar in. Alle processen worden beïnvloed door het klimaat.

Slide 27 - Diapositive

Tropisch regenwoud
Vlak bij de evenaar vind je bossen met verschillende soorten bomen, struiken en andere planten. Die bossen zijn altijd groen, omdat het veel regent.

Slide 28 - Diapositive

Steppe en woestijn
Een grasvlakte zonder bomen noem je een steppe. In woestijnen groeit bijna niets.

Slide 29 - Diapositive

Loofbos
De plantenzone met bos met bomen die hun blad in de herfst verliezen.

Slide 30 - Diapositive

Naaldbos
De plantenzone met bossen met naaldbomen die het hele jaar groen zijn. 

Slide 31 - Diapositive

Toendra en ijs
Op een vlakte groeit alleen wat struiken, gras en mos. 
Op de polen is ijs en groeit niets.

Slide 32 - Diapositive

Kies het goede bij:
Bos vlak bij de evenaar met duizenden soorten bomen en planten
A
steppe
B
toendra
C
tropisch regenwoud
D
woestijn

Slide 33 - Quiz

Kies het goede bij:
Grasvlakte zonder bomen
A
toendra
B
steppe
C
tropisch regenwoud
D
woestijn

Slide 34 - Quiz

Kies het goede bij:
Vlakte met wat struiken, gras en mos.
A
toendra
B
woestijn
C
tropisch regenwoud
D
steppe

Slide 35 - Quiz

Kies het goede bij:
Groot zand- en rotsgebied waar bijna geen planten groeien.
A
steppe
B
toendra
C
woestijn
D
tropisch regenwoud

Slide 36 - Quiz

Waardoor worden de klimaatgebieden op aarde bepaald?
A
door het aantal uren zon in een jaar
B
door de ligging
C
door de plantenzones op aarde
D
door de hoeveelheid neerslag die in een jaar valt

Slide 37 - Quiz

Vlakbij de Noordpool is het koud, omdat de zonnestralen daar schuin op de aarde vallen.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

In gebieden vlak bij de zee is het altijd warmer dan in een gebied ver bij de zee vandaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quiz

Je moet weten waar de klimaatgebieden te vinden zijn op de wereldkaart!

Slide 40 - Diapositive

In welk soort bos vallen de bladeren in de herfst van de bomen?
A
Naaldbos
B
Loofbos

Slide 41 - Quiz

In welk soort bos zijn de bomen het hele jaar door groen van kleur?
A
Loofbos
B
Naaldbos

Slide 42 - Quiz

Welk klimaat en plantenzone passen het beste bij deze foto?
A
koud klimaat en toendra
B
landklimaat en naaldbos
C
koud klimaat en loofbos
D
zeeklimaat en toendra

Slide 43 - Quiz

Leer goed wat de vijf klimaatgebieden zijn! Je moet weten welk kenmerk hoort bij elk klimaatgebied.

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive