Het bijvoeglijk naamwoord

• Studielessen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Log in op https://padlet.com/patrickroos123/ifizzd678sq67xz8

      

De docent geeft altijd het goede voorbeeld en positioneert zichzelf bovenaan de schoolladder op zowel kennis, vocabulaire als attitude. Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen, noemt namen, maakt een praatje en besteed aandacht aan het welbevinden van de leerlingen. De leerlingen zitten startklaar met bijvoorbeeld spullen voor zich en zijn ingelogd in LessonUp of een vergelijkbaar digitaal leermiddel. De docent eist 100% aandacht voordat hij start met de les en spreekt verwachtingen uit die specifiek, concreet, samenhangend en waarneembaar zijn geformuleerd.

Inleiding

Je gaat leren hoe je het bijvoeglijk naamwoord in een zin kan herkennen. Je maakt eerst twee vragen op www.padlet. com. Daarna volgt er een instructie en maak je de opdrachten.

Voorkennis activeren

Ga naar www.padlet.com en maak de twee vragen.

Voorkennis activeren: 

In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand

van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te

geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

https://toetsrevolutie.nl/?p=2436

Leerdoelen

Aan het einde van de les 

•  kan ik een bijvoeglijk naamwoord herkennen in een zin.
• kan ik het bijvoeglijk naamwoord onderstrepen in een zin.
• kan ik een voorbeeld geven van een bijvoeglijk naamwoord.
• weet ik dat een bijvoeglijk naamwoord iets zegt over een zelfstandig naamwoord.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Herhaling

We hebben de vorige les geleerd wat een lidwoord en zelfstandig naamwoord is. Bespreek met je schoudermaatje wat je er nog van weet. Hiervoor heb je 30 seconden de tijd.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Instructie 

een gezond dieet. Het woord gezond zegt iets over het dieet.

de hoge koorts.  Het woord hoge zegt iets over de koorts.

de nieuwe apotheek. Het woord nieuwe zegt iets over de apotheek.

www.bing.com

Instructie 

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord staat tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord in.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord:
De jongen heeft een mooie fiets.

1. jongen
2. heeft
3. mooie
4. fiets

Ik heb erg hoge koorts.

1. ik
2. hoge
3. erg
4. koorts

De voetballer maakte een mooi doelpunt.

1. de
2. voetballer
3. maakte
4. mooi

Dit was een leerzame les.

1. Dit
2. een
3. leerzame
4. les

Aan de slag

Lees de theorie op bladzijde 54 van je boek Nederlands. Maak de opdracht 5 en 6 op bladzijden 55. Als je klaar bent dan maak je opdracht 4 op bladzijde 54. Daarna ga  je naar NUMO - Nederlands - taken.

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Afsluiting

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Begrippen uit deze les

• Bijvoeglijk naamwoord
• Lidwoord
• Zelfstandig naamwoord

Evaluatie

Je krijgt nu een paar zinnen te zien met een bijvoeglijk naamwoord. Kies het juiste antwoord.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
Jan heeft een witte tas.

1. Jan
2. een
3. witte
4. tas

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in:
De meester heeft een mooie bril.

1. meester
2. heeft
3. bril
4. mooie

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Kan jij het bijvoeglijk naamwoord in een zit herkennen?