Klei stadspot

Wat is klei?
Klei is te vinden onder de grond. Klei is een soort gesteente dat bestaat uit lutum (gronddeeltjes)
 Je hebt allemaal soorten klei: lichte klei, matig zware klei en zware klei.
Dit is afhankelijk van de hoeveelheid lutum die in de klei zit.
In klei zitten ook een heleboel kleimineralen.
De klei is zo voedselrijk omdat het slecht water door laat en er zo dus veel mineralen in de klei blijven zitten.
Kleigronden zijn dus ook heel geschikt voor planten omdat de klei over het algemeen heel voedselrijk is.

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is klei?
Klei is te vinden onder de grond. Klei is een soort gesteente dat bestaat uit lutum (gronddeeltjes)
 Je hebt allemaal soorten klei: lichte klei, matig zware klei en zware klei.
Dit is afhankelijk van de hoeveelheid lutum die in de klei zit.
In klei zitten ook een heleboel kleimineralen.
De klei is zo voedselrijk omdat het slecht water door laat en er zo dus veel mineralen in de klei blijven zitten.
Kleigronden zijn dus ook heel geschikt voor planten omdat de klei over het algemeen heel voedselrijk is.

Slide 1 - Diapositive

waar komt het voor?

Klei komt in Nederland vooral voor in de kuststreken (zeeklei) en langs de rivieren (rivierklei) en meer landinwaarts op hogere gedeelten beekklei of leem.


Slide 2 - Diapositive

hoe gebruik je het?
Sommige kleisoorten, zoals potklei en Beekklei, worden gebruikt voor aardewerk, keramiek of baksteen.

Klei die een bepaalde hoeveelheid water bevat kan men kneden in elke vorm.
Laat men de klei hierna opdrogen, dan wordt deze hard. Je kunt klei ook in de oven bakken.
Klei kan hierna niet meer zacht worden, het is dus een onomkeerbaar proces.

Slide 3 - Diapositive

Werkwijze
Gereedschap: plank, spatel(s), rol.
Kneed het klei een beetje.
Is het te droog: maak een klein gaatje en voeg een beetje water toe.
Even goed kneden.
Daarna gaan je rollen met de vlakke hand.
Zorg dat je een lange even dikke worm krijgt.

Slide 4 - Diapositive

Wormenpotje
Je gaat van de lange worm een rolpotje maken.
Tussen de lagen kun je kleislib = kleilijm gebruiken. Gemaakt van opgedroogde klei en water.
Als het potje klaar is ga je de “ribbels” wegwerken: met spatels maak je het potje glad.



 

Slide 5 - Diapositive

Van worm potje 
naar 
stadspotje

Slide 6 - Diapositive

een stad 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

klokgevels

Slide 9 - Diapositive

Bouw nu op je potje een “stad”

Op de rand van je potje bouw je geveltjes.
Verschillende geveltjes of allemaal dezelfde geveltjes.

Slide 10 - Diapositive

Nog meer soorten gevels

Slide 11 - Diapositive

opdrachten 
Je maakt een wormenpotje ( cijfer 1x )
Huiswerk: plaatjes van gevels en 
schetsen van een stads-potje ( cijfer 1x )
Je maakt een stads-potje. ( cijfer 2x )

Als er tijd over is, gaan we de potjes nog glazuren. (cijfer 1x )


Slide 12 - Diapositive