3.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

3.4 De Grieken in Egypte en Azië

Lesdoelen 3.4

1. Ik kan verklaren waarom Alexander de Grote zo succesvol was.
2. Ik kan met behulp van een voorbeeld in eigen woorden uitleggen wat het hellenisme is.
3. Ik kan hellenisme herkennen in een bron.

Tussen wie was de Peloponnesische oorlog?

1. Athene en Perzië
2. Sparta en Perzië
3. Athene en Sparta
4. De Mykeense en Minoïsche beschaving

Philippos en Alexander

• In 338 v.Chr. verovert de Macedonische koning Philippos de Griekse stadstaten.
• Vraag: waarom kon Philippos de Griekse stadstaten verslaan?

1. Hij veroverde goudmijnen waarmee hij veel huursoldaten kon betalen.
2.  De Griekse stadstaten waren verzwakt door de Peloponnesische oorlog (weet je het nog?)

Peloponnesische oorlog: Athene vs. Sparta.

• Philippos verenigt de Griekse stadstaten in één Griekenland.
• Zijn zoon Alexander volgt Philippos na zijn dood op (zie afb. links).

Alexander de Grote

• Alexander de Grote neemt de plannen van zijn vader over.

• Verovert veel gebied en sticht veel steden (zie afbeelding).

Waarom ging Alexander de Grote met zijn leger niet verder dan India ?

• Op 33-jarige leeftijd sterft Alexander de Grote en wordt zijn rijk in 3'en gesplitst (zie groen, geel en paars).

• Veel Griekse soldaten en ambtenaren blijven in de veroverde gebieden leven.
  

Hellenisme

• Hellenisme (hellas =  Griekenland) = de verspreiding van de Griekse cultuur over het hele gebied dat Alexander de Grote veroverd had.
• De oosterse culturen en Griekse cultuur wisselden veel kennis en kunst uit.
• De belangrijke mensen in de veroverde gebieden kleedden en deden net als de Grieken. Waarom? Dan kregen ze Grieks burgerschap!

Noem een voorbeeld van de Griekse cultuur die werd verspreid in de veroverde gebieden.

Grieks standbeeld

(ca. 200 v.Chr.)

Egyptisch standbeeld

De Griekse kunst was een stuk meer ontwikkeld dan de kunst van andere culturen.

Graf in Jordanië (Midden-Oosten) met onderdelen van de Griekse bouwstijl. Welke Griekse onderdelen herken je?

Volgende les

Oefentoets 3.1 t/m 3.4

Maken 3.3 opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12 en 13

YES-week 2

3.1 t/m 3.4

Hoe ga je dat aanpakken?

• LessonUps (leer voor 3.4 vooral de LessonUp)
• Aantekeningen/leerdoelen
• Leerteksten
• Tip: maak een samenvatting, begrippenlijst, flashcards met de begrippen, een tijdlijn (goed voor paragraaf 3.2!) en/of een mindmap. 
• Begin op tijd!