examenteksten

Lezen
1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
-Verwachtingen
-Terugblik Lezen H4-H6
-Wat kun je op een examen verwachten?
-Oefenen met oude examenteksten

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
-standpunt
-argument
-conclusie
-signaalwoorden
-tekstverbanden
-functie van afbeeldingen

Slide 3 - Diapositive

examenteksten
  • elke tekst telt ongeveer 800 à 900 woorden
  • de teksten komen uit kranten en tijdschriften als de Volkskrant, Kijk, Psychologie, NRC, Trouw
  • over onderwerpen die relevant zijn voor de Nederlandse maatschappij

Hoe beter jij in staat bent om zulke teksten te lezen en te begrijpen, des te makkelijk het wordt om de vragen daarover te beantwoorden.

Slide 4 - Diapositive

soorten vragen
De vragen bij een tekst kun je verdelen in vier categorieën:
  • structuurvragen
  • begripsvragen
  • algemene vragen
  • vragen over hoofd- en bijzaken

Slide 5 - Diapositive


Wat is het verband tussen de alinea’s 3 en 4?
A
structuurvraag
B
begripsvraag
C
algemene vraag
D
vraag over hoofd-/bijzaken

Slide 6 - Quiz

structuurvragen
vragen over:
  • de inleiding
  • deelonderwerpen van de tekst
  • tekstrelaties
  • het slot


Slide 7 - Diapositive

Mensen en dieren gaan verschillend om met spullen. Wat is het belangrijkste verschil?
A
structuurvraag
B
begripsvraag
C
algemene vraag
D
vraag over hoofd-/bijzaken

Slide 8 - Quiz

algemene vragen
Algemene vragen zijn vragen die niet over een gedeelte van de tekst gaan, maar over de hele tekst. Ze worden meestal als laatste vragen gesteld, omdat je je dan het meest verdiept hebt in de tekst.

  • het doel van de schrijver
  • het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte
  • de titel
  • feiten en meningen




Slide 9 - Diapositive

In alinea 3 staat: 'Wie bewuster omgaat met eten, denkt goede keuzes te maken, maar je belandt al snel in een voedsel-mijnenveld.' (regels 38-41)

Wat wordt er bedoel met 'voedsel-mijnenveld'?
A
structuurvraag
B
begripsvraag
C
algemene vraag
D
vraag over hoofd-/bijzaken

Slide 10 - Quiz

begripsvragen
Begripsvragen zijn vragen die controleren of je de inhoud van de tekst of alinea hebt begrepen. Je moet bijvoorbeeld verklaringen of oorzaken opschrijven, of je moet argumenten of voorbeelden van iets zoeken. Soms gaan deze vragen ook over woorden of uitdrukkingen.
  • Aantal geven
  • Synoniem
  • Zinnen/woordgroepen
  • Schema




Slide 11 - Diapositive


Welke zin geeft het best de hoofdgedachte
van deze tekst weer?
A
structuurvraag
B
begripsvraag
C
algemene vraag
D
vraag over hoofd-/bijzaken

Slide 12 - Quiz

vragen over hoofd-/bijzaken
Om te bepalen of iets een hoofdzaak is of een bijzaak, moet je begrijpen wat je leest (begrip), moet je inzicht hebben in de tekst- en alineastructuur (structuur) en moet je de hoofdgedachte kunnen bepalen (algemeen).

Vragen over hoofd- en bijzaken toetsen of je in staat bent om (delen van) een tekst samen te vatten. Dit kunnen meerkeuze-, volgordevragen, invulvragen, of korte open vragen zijn.





Slide 13 - Diapositive

samen tekst lezen
De titel is ‘Liften nieuwe stijl’. Wat wordt er met die nieuwe stijl bedoeld?
Nieuwe stijl betekent dat automobilisten:
A. die lifters meenemen vaak twintigers zijn
B. lifters meenemen voor grote afstanden
C. lifters vinden via internet
D. zelf de prijs van de autorit bepalen

Slide 14 - Diapositive

Liften nieuwe stijl
Wat doet de schrijver in alinea 1?
A. Hij benoemt een kritisch standpunt
B. Hij beschrijft een opvallende ontwikkeling
C. Hij geeft de opbouw van de tekst aan
D. Hij geeft een samenvatting van de rest van de tekst

Slide 15 - Diapositive

Liften nieuwe stijl
Welk kopje past het best boven alinea 3?
A. Milieu
B. Soort auto
C. Prijs
D. Werkwijze

Slide 16 - Diapositive

Liften nieuwe stijl
Wat is het verband tussen alinea 6 en 7?
A. alinea 7 vult de informatie van alinea 6 aan
B. alinea 6 en 7 vormen een tegenstelling
C. alinea 7 geeft antwoord op een vraag uit alinea 6
D. alinea 7 is een gevolg van alinea 6

Slide 17 - Diapositive

Liften nieuwe stijl
Wat is volgens Veron Wormeester het grootste verschil tussen het liften van vroeger en het liften van nu? Volgens Veron Wormeester was liften vroeger
A. echt veel veiliger, want vroeger was er minder criminaliteit
B. heel onzeker, maar nu kun je van tevoren een lift regelen
C. meer vervuilend voor het milieu, want nu zijn auto's schoner
D. veel goedkoper, want auto's zijn een stuk duurder geworden

Slide 18 - Diapositive

Liften nieuwe stijl
De laatste alinea geeft een
A. advies
B. oproep
C. waarschuwing
D. nieuwe informatie

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

zelfstandig werken
Maak een begin met de eerste tekst uit het oefenboekje.

Slide 21 - Diapositive

Buitenopdracht
-Maak in twee- of drietallen 
-Ga de buurt en in maak foto's van zoveel mogelijk verschillende  
  verkeersborden.
-Plaats de foto's in de padlet: uiterlijk om 10:55 uur terug in het lokaal.

Slide 22 - Diapositive

Welk woord past het beste bij deze advertentie?
Volgens deze advertentie is kennis over nieuwe verkeersborden vooral:
A bruikbaar
B noodzakelijk
C overbodig

Slide 23 - Diapositive

Voor welke doelgroep is deze advertentie vooral bestemd?
Voor alle mensen die
A al een tijdje hun rijbewijs hebben
B opnieuw rijexamen moeten doen
C van plan zijn om hun rijbewijs te gaan halen
D veilig over straat willen

Slide 24 - Diapositive

In de advertentie staat vragen over hoe lang het is geleden is dat mensen hun rijbewijs hebben gehaald. Waarom?
De makers van de advertentie willen mensen die al langer hun rijbewijs hebben
A informeren over nieuwe  verkeersborden
B laten nadenken over hun kennis van verkeer
C oproepen hun rijbewijs tijdig te laten verlengen
D overhalen niet te lang te wachten met het volgen van een 
   opfriscursus

Slide 25 - Diapositive

Doe de test
Link: zie Teams

Slide 26 - Diapositive

kijk- en luistervaardigheid
examenonderdeel
maart 2023

Slide 27 - Diapositive

rij-examen
Noem twee zaken die van belang zijn voor een goede rij-opleiding.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

rij-examen
Noem twee zaken die van belang zijn voor een goede rij-opleiding.

Slide 30 - Diapositive

rij-examen
Wat is er lastig aan kruispunten?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

rij-examen
Wat is er lastig aan kruispunten?

Slide 33 - Diapositive

rij-examen
Wat gaat er vaak mis op rotondes?

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

rij-examen
Wat gaat er vaak mis op rotondes?

Slide 36 - Diapositive

mayonaise

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

De productontwikkelaar maakt een opmerking over het wassen van de handen. Waarom worden de handen gedesinfecteerd?
A Dat is beter voor de hygiëne.
B Dat is beter voor de veiligheid.
C Dat is beter voor de gezondheid.
D Dat werkt tegen het coronavirus.

Slide 39 - Diapositive

Op welke manier reageert de presentator op de uitleg van de
productontwikkelaar?
A Zij is niet zo geïnteresseerd en kijkt om zich heen.
B Zij is wel geïnteresseerd, maar vindt het verhaal wel wat langdradig.
C Zij vindt het een heel gedoe, want zij moet van alles aan en op.
D Zij wil weten hoe de mayonaise gemaakt wordt, want zij stelt vragen.

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Wat is het onderwerp van het filmpje?
A
Schoon drinkwater in Groningen
B
Watertappunten in Groningen
C
Vergunningen aanvragen voor watertappunten

Slide 42 - Quiz

Hoeveel watertappunten zijn er in Groningen?
A
Dat is niet gezegd
B
2
C
3
D
4

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Vidéo

Waarom was het nog even spannend of de school volledig open zou kunnen?
A Door het winterse weer was het niet duidelijk of iedereen op school kon komen.
B Door corona waren veel leerkrachten ziek.
C In de school kon niet voldoende afstand gehouden worden.
D Er was lekkage op verschillende plekken in de school.

Slide 45 - Diapositive

Bedenk nu zelf vragen
Bedenk voor elk fragment één vraag. De vragen van jou en je klasgenoten zijn zo te zien op het bord via deze LessonUp.

Schrijf het antwoord voor jezelf op in een notitie/ander bestand.
Een aantal vragen bespreken we zo klassikaal, zorg dat je zelf altijd het antwoord kunt geven.

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

Noteer jouw vraag bij het fragment

Slide 48 - Question ouverte

Slide 49 - Vidéo

Noteer jouw vraag bij het fragment

Slide 50 - Question ouverte

Slide 51 - Vidéo

Noteer jouw vraag bij het fragment

Slide 52 - Question ouverte

Slide 53 - Vidéo

Noteer jouw vraag bij het fragment

Slide 54 - Question ouverte