Stijlfiguren
1 / 13
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn stijlfiguren?
A
dat een gedicht in een figuur is geschreven
B
manieren van schrijven om indruk te maken
C
manieren om gedicht te beoordelen
D
figuurlijk taalgebruik
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Van welk stijlfiguur is dit een voorbeeld?
A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming
Slide 5 - Quiz
Wat zijn stijlfiguren?
A
Stijlfouten
B
Iets ingewikkelder opschrijven
C
Trucjes met taal
D
De vorm van een gedicht
Slide 6 - Quiz
Sleep de zinnen naar het juiste stijlfiguur!
Metafoor
Herhaling
Overdrijving
Tegenstelling
Die koppige ezel blijft bij zijn keuze!
Nooit, maar dan ook nooit ga ik naar vrijwillig naar huiswerkbegeleiding.
Het duurde een eeuwigheid!
Duizendmaal dank!
Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.
Slide 7 - Question de remorquage
Benoem de stijlfiguur
1. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.
2. Jij bent een akelig, miezerig, vervelend mannetje.
3. 's Lands grootste supermarkt gaat op de kleintjes letten.
4. Tijdens de eerste les NL, werden we doodgegooid met huiswerk.
Opsomming
Tegenstelling
Overdrijving
Slide 8 - Question de remorquage
Sleep de uitspraken naar het juiste vak. Is er in de zinnen sprake van beeldspraak of een stijlfiguur?
Beeldspraak
Stijlfiguur
Zo koppig als een ezel.
Voetbal is oorlog.
In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
O als ik dood zal, dood zal zijn
Kom dan en fluister, fluister iets liefs
Slide 9 - Question de remorquage
Climax
Anti-Climax
Een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht afnemen.
Een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht toenemen.
Slide 10 - Question de remorquage
Noem de vier stijlfiguren die wij deze les hebben besproken.
