H4 les 18

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Nederlands

H4

Les 19

[e-mail]

Programma

Uitleg 2.1 en 2.2

Zelfstandig werken

Toetsevaluatie

Afronding

Module 2 Literair taalgebruik en betekenistoekenning

Waar hebben we het de vorige les over gehad?

2.1 Nadruk op taalgebruik

Taal > normaal bedoeld voor informatieoverdracht

Literaire tekst > juist aandacht voor de literaire verwoording

Er is veel aandacht voor het taalgebruik zelf > foregrounding

Het op de voorgrond brengen van een taaluiting (= foregrounding), omdat hij opvalt

Dat kan door stijlfiguren, beeldspraak, rijm of ritme

Hoe zie je in het onderstaande gedicht foregrounding
(= het op de voorgrond brengen) terug? Wat valt op?


https://www.youtube.com/watch?v=S6YjKYN7gnA

Een deel van 'Oote' van Jan Hanlo

https://www.youtube.com/watch?v=puleVeSxoII

Wat is het verschil tussen 'De mus' en 'Oote' van Jan Hanlo?

Stijlfiguren

Stijlfiguren zijn anders dan 'gewoon' taalgebruik, vaak bedoeld om een effect op jou te hebben

Effect: verbaasd zijn, of verrast worden

• Tegenstelling (antithese):
• Herhaling (repetitio): 
• Paradox (schijnbare tegenstelling):
• Opsomming (enumeratio):
• Litotes:
• Ironie:
• Eufemisme:
• Chiasme (kruisstelling):
• Parallellisme:
• Tautologie:
• Hyperbool:
• Retorische vraag:

Zelfstandig werken

Klaar? Maak opdracht 1, 7 en 8 van Module 2

Huiswerkcontrole

Toetsevaluatie

Welk onderdeel bleek tijdens de toets moeilijker dan verwacht?

Van welk onderdeel dacht je van te voren dat het moeilijk zou zijn?

Wat kun je de volgende keer anders doen?

Afronding

Huiswerk: maken opdracht 7 en 8 van Module 2

Volgende les: focus op onbekende stijlfiguren en metaforen

Lesdoelen:

- Aan het einde van de les ken je het begrip 'foregrounding';

- En heb je een aantal bekende stijlfiguren herhaald.

Lesdoelen behaald?

- Aan het einde van de les ken je het begrip 'foregrounding';
- En heb je een aantal bekende stijlfiguren herhaald.

1. Ja
2. Nee