H4 les 25

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Nederlands

H4

Les 25

[e-mail]

Programma

Uitleg 2.3

Zelfstandig werken

Enquête

Afronding

Uitleg 2.3 Beeldspraak en symboliek

Beeldspraak is een vorm van foregrounding > waarom?

Bij beeldspraak > heb je te maken met figuurlijk taalgebruik; het betekent iets anders dan wat er letterlijk staat

'Jouw kamer is een zwijnenstal.'

Bij beeldspraak is er altijd sprake van een object (iets letterlijks in de zin) en een beeld (daar waar naar verwezen wordt).

Wat is het object en beeld in 'Jouw kamer is een zwijnenstal.'?

Uitleg 2.3 Beeldspraak en symboliek

Bij beeldspraak > heb je te maken met figuurlijk taalgebruik; het betekent iets anders dan wat er letterlijk staat

'Jouw kamer is een zwijnenstal.'

• Bij beeldspraak is er altijd sprake van een object (iets letterlijks in de zin) en een beeld (daar waar naar verwezen wordt).
• Wat is het object en beeld in 'Jouw kamer is een zwijnenstal.'?
• Object = jouw kamer; letterlijk in de zin, wordt vergeleken met
• Beeld = een zwijnenstal, niet letterlijk, is een beeld dat opgeroepen wordt
• Er zijn verschillende vormen van beeldspraak: metaforen, metonymia, synesthesie en symboliek

Zelfstandig werken

• Maak groepjes van twee, drie of vier
• Je bedenkt twee voorbeelden bij:

1. Metaforen (vergelijking met als (1), vergelijking zonder als (2) en metafoor in engere zin (3))
2. Metonymia (maker voor product (1), materiaal voor product (2), verpakking voor inhoud (3), deel/geheel (4) en geheel/deel (5))
3. Personificatie
4. Synesthesie
5. Symboliek

> Als je niet weet wat het begrip inhoudt, raadpleeg je het boek én het internet

> Uitkomst: de volgende les gaan we hier dieper op in, dit is een soort voorbereidende opdracht

Vul hier de voorbeelden per groepje in, bedenk ook een (positieve) groepsnaam

Huiswerkbespreking

20, 1, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 14, 15 en 18 Module 1

7 en 8 van Module 2

Enquête

https://forms.gle/8UBCrCYWZWemJvUAA 

Afronding

Lesdoelen:

- Aan het einde van de les heb je kennisgemaakt met verschillende vormen van beeldspraak.

Lesdoelen behaald?

- Aan het einde van de les ken je het begrip 'foregrounding';
- En heb je een aantal bekende stijlfiguren herhaald.

1. Ja
2. Nee