Blok 3 - Grammatica - Les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Grammatica blok 3

Les 2 - de bijwoordelijke bepaling.

Log in bij de LessonUp1

Wat gaan we doen vandaag?

Meewerkend voorwerp: nakijken en herhalen.

Bijwoordelijke bepaling.

Ga naar bladzijde 138.

Maak een foto van je huiswerk en zet het hierin!

Antwoorden

Opdracht 4                                               Opdracht 5

1. Voor jou                                                 1. Wel een mv

2. Mijn oma                                              2. Geen mv

3. Aan mij                                                  3. Geen mv

4. Die straatmuzikant                          4. Wel een mv

5. Voor Melanie                                      5. Wel een mv

6. Aan haar                                               6. Geen mv

Wel of geen mv?

Tofik koopt een nieuwe halsband VOOR ZIJN HOND.

1. Wel
2. Niet

Wel of geen mv?

Ik zie een oude vrouw VOOR HET RAAM staan.

1. Wel
2. Niet

Ik zie een oude vrouw voor het raam staan.

'Voor het raam' geeft een plaats aan. GEEN ontvanger, dus ook GEEN meewerkend voorwerp!

Wel of geen mv?

Hij doet dat allemaal speciaal VOOR JOU.

1. Wel
2. Niet

Wel of geen mv?

Ik ga nooit VOOR ELF UUR naar bed.

1. Wel
2. Niet

De bijwoordelijke bepaling

Kijk naar opdracht 5, blz. 139. Zinnen 2, 3 en 6.

Zinsdelen met 'voor' die geen mv zijn.

Op welke vraag geven die zinsdelen antwoord?

In het weekend komt Syb zijn bed niet uit VOOR TIEN UUR.

De bezorger heeft het pakket VOOR DE DEUR gezet.

Emine heeft VOOR DE VERANDERING eens een jurk aan.

Bijwoordelijke bepaling

Zinsdelen die antwoord geven op de volgende vragen:

Waar?

Wanneer?

Waardoor? 

Waarmee? 

Waarnaar?

Hoe?

Hoeveel?

Bijwoordelijke bepaling

De overgebleven zinsdelen noem je vaak een bijwoordelijke bepaling.

LET OP! Er kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin staan.

Antwoord met getallen! Hoeveel bwb?

Vanavond speel ik een wedstrijd op het voetbalveld.

VANAVOND speel ik een wedstrijd OP HET VOETBALVELD

Vanavond = bwb --> wanneer?

Op het voetbalveld = bwb --> waar?

Antwoord met getallen! Hoeveel bwb?

Elke dag ga ik lachend naar school.

ELKE DAG ga ik LACHEND NAAR SCHOOL.

Elke dag = bwb --> wanneer?

Lachend = bwb --> hoe?

Naar school = bwb --> waarheen?

Huiswerk

Maken: opdracht 7 en opdracht 8.

Volgende les af.

Bladzijde 140 en 141. 

Begrepen? Verlaat de les.